Voor mijn studie en tijdens mijn werk met ouders en kinderen heb ik veel te maken met hoe mensen denken en handelen. Tijdens gesprekken bijvoorbeeld luister ik niet alleen naar wat er gezegd wordt maar welke woorden iemand gebruikt en hoe de lichaamstaal is. Alles is taal. Hoe iemand kijkt, knippert met z’n ogen, hoofd schuin houdt, lippen op elkaar houdt, handen wrijft, schouders ophaalt of wiebelt met z’n benen. Maar ook waar iemand naartoe kijkt, wijst, de snelheid van wijzen, of iemand hard praat of juist zacht. En dan komen de woorden. Ze kiezen de woorden zelf. Of maken een klank als ze de taal nog niet voldoende machtig zijn. Soms kent iemand de taal nog niet goed en gebruikt woorden in een zin die harder overkomen dan je zelf zou kiezen. En waar iets lastig is om te volgen moet ik allerlei manieren vinden om het wel duidelijk te krijgen zodat ik iemand kan verstaan en kan helpen. Het is fijn als iemand je verstaat, begrip toont of voelt en een gesprek verder kan voeren naar de juiste weg.
Gisteren was het mooi weer en wilde graag even met de gastkinderen naar buiten. Sommige kinderen, die al de hele dag naar school zijn geweest, willen niet (meer) naar buiten maar willen binnen spelen met hun binnenspeelgoed. Geen zonnebrand; hebben velen een hekel aan, geen petjes en frutsels. We hadden het besproken, om toch even naar buiten te gaan. De oudste kwam uit zijn kamer naar beneden met een A4 papier vastgeplakt op zijn rug. Met grote letters stond er: Allergie! Zon! Hij had een grote zon getekend waar een grote streep doorheen zat. Ik moest lachen. Ja, ook beeld is duidelijke taal.