Mama is niet bereikbaar. Ze neemt de telefoon niet op en leest haar berichten niet. Misschien is ze met de fysiotherapeut de gang op. Of ze slaapt, want ze slaapt veel. Ze kan haar ogen bijna niet openhouden, zegt ze, en is soms te moe om te praten, dus hangen we maar op als ik haar wel kort spreek maar dat is een paar dagen geleden.
Het is nu de achtste week, waarvan zes weken vakantieperiode als een achtbaan aan onverwachte gebeurtenissen voorbij zijn gegaan. Van thuis naar ziekenhuis naar zorgcentrum naar ziekenhuis naar revalidatiecentrum weer terug naar het ziekenhuis. Mama is moe. Moe van alles. Moe van niet meer naar huis kunnen, moe van geen stap kunnen verzetten, moe van injecties, onderzoeken, naar de w.c gaan, lage bloeddruk, onrust, zwak zijn. Moe van ziekenhuizen, artsen, controles, scans, mri’s, bloed prikken. Moe van ouder worden, ouder zijn en niet meer kunnen wat ze altijd kon. Mama is moe en kan de telefoon niet meer oppakken. De verpleging geeft aan dat ze veel slaapt. Als ze veel slaapt eet ze niet en drinkt ze niet goed. Als ze slaapt is ze er niet. Als ze slaapt kan ik niet met haar praten. Als ze slaapt gaat de wereld zonder haar door.