Het liefst wandel ik ’s morgens vroeg door de verlaten straten. Gisterenochtend liep ik door een lange straat met winkels die net open waren. Bij een visboer liep een meeuw buiten heen en weer op een verhoogde tafel. Bovenaan de markiezen stond met koeienletters: Hier Vis! En buiten zaten twee dames van middelbare leeftijd met lange puffer jassen naast elkaar met hun honden aan de lijn. Ze bekeken een filmpje. ‘Oh, nu gaat ie dansen!’ kirde de ene terwijl de honden strak aan de lijn naar de meeuw bleven staren, klaar om aan te vallen.
Als je je verveelt, ga dan naar buiten. Buiten zie je altijd wel wat. En als je denkt dat je niets ziet, dan heb je je voorgenomen dat je niets zult zien. Er is altijd iets te zien, je moet er alleen even oog voor hebben.
Op de terugweg zag ik een bak bami op de grond liggen. Met stukjes gebakken ei.