Had ik het laatst nog over de rust die niet echt op zijn plek wilde vallen en er toch kwam nadat mijn moeder was overleden, is de onrust in alle hevigheid weer terug. Soms zou ik willen dat het stopte, het geregel, de ziektes, de afloop. Ooit bedacht iemand de mantelzorg. Alsof je een mantel om de zorg slaat waarbij ik denk aan een warme jas maar die jas is wel zwaar. Professor dr. Johannes Hattinga-Verschure bedacht het woord waarbij hij er nog liefdevol over dacht. Hij zei: ‘de zorg voor iedereen uit de groep is als een mantel, die verwarmt, beschut en beveiligt’. Prachtig. Als je veel liefde voelt voor iemand ben je er voor diegene. En zelfs als je een complexe verhouding hebt met degene voor wie je moet zorgen zet je jezelf en je gevoelens aan de kant en doe je wat moet, want je hebt zorgplicht in Nederland. En als je het niet doet voor de ouder dan doe je het wel voor je broer of zus anders staat hij of zij weer alleen.
Vorige week las ik een artikel met als kop: ‘Dochter weigert botweg haar moeder mee naar huis te nemen’. Als je alleen die kop leest weet je niet wat erachter speelt. Als kind van zit je hoe dan ook in een spagaat. Schuldgevoel speelt een grote rol. Opeens besefte ik dat ik het gevoel had in een loop te zitten. Een ovale loop die in een ritmische draai om een as draait.
Gisteren moest er weer het een en ander geregeld worden. Ik hoor de beltoon weer in mijn oor op momenten dat het gerinkel helemaal niet gaat. We doen het omdat het niet anders kan. We doen het omdat je een mens niet laat stikken ook al is het verstikkend. Je doet het omdat je zelf wel beschikt over een empathisch vermogen. Je doet het.