Het is een schizofreen gevoel. Er wordt beneden de rivieren carnaval gevierd. Gisteren stond ik in een feestwinkel op zoek naar iets leuks voor neefje en vond het moment bizar. Het nieuws wat ik die ochtend las was op geen enkel gebied feestelijk. Bombardementen en carnaval gaan moeilijk samen. En dan scheen ook nog de zon. Stopte ik zaadjes in een pot. Liep ik heen en weer met verse aarde. Ik voelde de grond. Mijn eigen grond.
Ergens las ik, jaren geleden, een tekst van een concentratiekampgevangene, wiens woorden ik altijd heb onthouden. Ze zijn me op de een of andere manier dierbaar. Ik hou me eraan vast. Ik weet niet meer wie de persoon was, ben de naam helaas vergeten, maar de boodschap blijft overeind:
‘You can break my bones, but you can not break my thoughts.’
Veel Russen zullen onder druk hebben gestemd op een persoon die hen nooit zou helpen als het tegen zou gaan zitten. Hij dient namelijk niet zijn volk maar zichzelf. Zijn geld. Zijn macht. Onderdrukking werkt door de propaganda kanalen ver open te zetten. Waarheden te verdraaien en mensen te laten geloven en doen wat hij wil. Marionetten. Matroesjka’s. Holle houten poppen. En dan zijn er die ondanks alles de straat op gaan. Hun mond openen. Roepen en schreeuwen. En dan met grof geweld worden opgepakt. You can break my bones, but you can not break my thoughts.
Hij is als een blaffende hond. Hij blaft omdat hij bang is. Hij is gevaarlijk omdat hij bang is. Bang? Ja, voor de vrijheid van mensen. Voor de vrijheid van een land. Zodra mensen vrij zijn is er geen controle meer. De holle poppen raken vervuld met licht. De zon schijnt. Voorjaar. Verblind hem.