‘Mevrouw, mag ik u wat vragen?’
Ze strompelde het net aangeharkte pad af op weg naar het hek om de begraafplaats te verlaten en keek op. ‘Natuurlijk’ zei ze met een lach en draaide zich volledig naar me toe.
‘Misschien een vreemde vraag, maar is hier een familie van den Heuvel bekend van vroeger?’ Ze moest even nadenken. ‘Ik vind namelijk geen graven met deze naam. Ik denk dat ze geruimd zijn.’ Ik dacht eigenlijk hardop.
‘Oh ja, dat kan natuurlijk als het al oude graven zijn. Ik heb jaren voor het graf van mijn huisarts gezorgd want zijn dochter woonde in Spanje, of Portugal. Maar toen zei ze dat ik te goed voor het graf zorgde en dat ze ermee wilde stoppen. Ik ben één-en-tachtetig. Ik heb altijd dat graf met veel liefde verzorgd. Er zijn mensen die overal vooraan staan en de grootste mond hebben. De bescheiden mensen krijgen geen lintje. Ja, zo ist!’ Ik knikte. ‘Weetje wah je moet doen hè? Je moet gewoon je hart vollege.’ Ik knikte weer.
Ik was op zoek, naar aanleiding van een gesprek die ochtend met een genealogisch onderzoeker in Breda (die ook in de tv aflevering van Verborgen Verleden zat van Floortje Dessing) naar aanknopingspunten voor een familie die mijn overgrootmoeder zou opnemen in hun huis of andersom nadat haar dochter geboren was. Mijn overgrootmoeder woonde in negentienzestien (en ervoor al) alleen in een huisje aan de Kerkstraat. In die tijd was het eigenlijk onmogelijk om alleen te wonen en te werken. Alleenstaande vrouwen werden in de gaten gehouden door hun vader of als de vader er niet was hun broer. Er moest een chaperon zijn die in de gaten hield dat er niets geks gebeurde. ‘Je overgrootmoeder was een krachtige vrouw. Ze was een feministe avant la lettre.’ Zei de genealogisch onderzoeker vol bewondering.
De graven die ik zocht, per rij van links naar rechts en van achter naar voor, hadden allen een andere achternaam. De familie van den Heuvel lag hier niet of was geruimd. De oudere vrouw wreef even over mijn arm voordat ze wegging. ‘Ik voel een klik met je. Da’s bijzonder hè.’
Terwijl er mensen bezig waren bij de kerk om de lampen op te hangen en van stroom te voorzien voor de viering die avond van Goede Vrijdag, liep ik langs de woning waar mijn overgrootmoeder gewoond zou moeten hebben. Het was al lang een nieuwe woning, maar ook klein zoals men in de papieren vermeldde. Ik belde aan. Na even wachten en niemand opendeed ging ik richting bushalte.