‘Beetje tutten. Nagels lakken, opruimen, video’s kijken.’ Ze sprak en tegelijkertijd keek ze verwonderd. Alsof ze ineens besefte dat ze ook alleen tevreden kon zijn. ‘Ik zou nu best wel alleen op reis kunnen, denk ik.’ Ze keek in de verte. ‘Ik was ook negentien toen ik voor het eerst alleen naar Parijs ging.’ zei ik. ‘Ik vond het in het begin doodeng, dat wel.’ ‘Waarom deed je het dan?’ ‘Omdat ik mezelf wilde uitdagen.’ ‘En dat was gelukt?’ Ik knikte. ‘Ja, zeker. Ik vond het waanzinnig. Een ervaring die ik niet meer vergeet.’ Ze begreep het. ‘Toen ik alleen in Antwerpen was die ene dag en moest wachten tot mijn vriendin kwam ging ik alleen naar het fotomuseum en slenteren door de stad. Ik was ook bij dat ene tentje wat gaan drinken, waar wij toen ook zijn geweest, weet je wel?’ Ik knikte. ‘Ik vond het superleuk. Toen die vriendin s’ avonds kwam dacht ik, ik had hier ook langer alleen kunnen blijven.’
‘Eigenlijk is het zo dat je niet perse mensen nodig hebt om jezelf te vermaken. Dat je het eigenlijk heel gezellig hebt met jezelf.’ Ze lachte. Ik herkende het helemaal. En ik was blij dat ze dit inzag.