Als ik heb gereisd is er alleen de wetenschap dat ik heb gereisd. Ik heb de piramides van Yucatan in Chichen Izta gezien in de brandende zon. De zon was zo fel dat mijn hoofdhuid pijn deed. Een Mexicaanse local wees me erop dat het noodzakelijk was een pet of hoed of doek te dragen. Ze rolde met haar ogen toen ze het zei, alsof ik loco was.
Mijn reis heeft alleen bestaan als ik erover vertel. Als er geen foto’s van zijn en geen beschreven teksten zou het ook nooit gebeurd kunnen zijn. Mijn herinneringen, ongedeeld, zouden dan verdwijnen. Als niemand weet van mijn reizen, heb ik nooit gereisd.
Misschien dat ik daarom zo graag wil documenteren. Ook van anderen. Het moet ergens beschreven worden, vastgelegd, anders is het er niet. Mijn herinneringen bestaan doordat een moment wordt herinnerd, door anderen, deelgenoten, of doordat ik zelf de beelden schets.
Vraag me niet waarom ik hier nu op kom, ik lees (nog steeds) in het boek van Marguerite Yourcenar (Dierbare nagedachtenis) en ga mee in de reis die zij als vastlegger van de geschiedenis van haar voorouders optekent en wellicht dat ook de podcast aflevering van Nooit Meer Slapen met Vrouwkje Tuinman over welke relatie je hebt met een overleden partner (een foto op een kast of iets anders?) en hoe je dit vormgeeft, een reden is om hierover na te denken. Dat ik plotseling denk aan Chichen Itza is mij verder een raadsel.
Toen ik alleen in Parijs was, op mijn negentiende, was de wereld buiten net zo groot als de wereld binnen, in mij. En ik schreef brieven aan mezelf die ik niet meer heb omdat ze letterlijk verdronken in een schoenendoos onder mijn bed toen een lekkage het tapijt overstroomde en alles dat papier was meenam.
Ik loop in mijn herinnering nog op dat lichte zandpad omhoog, met de zon op mijn schedel, prikkend en heet. Druppels zweet vielen langs de zijkant van mijn gezicht, langs mijn oren via mijn nek naar beneden. Mijn tshirt plakte. Het was zo godvergeten warm. In Tulum stond ik met mijn benen in het water. Ik had niet eerder zo’n blauwgroene zee gezien. Het leek oneindig. De zandstranden lagen tot het stipje aan de horizon. De rieten parasols werden neergezet, verder was er niemand. Het was alsof een ander land niet meer bestond. Alsof ik even uit de tijd ging. Als ik dit stukje van mijn reis niet had doorverteld was het niet gebeurd. Nu wel.
Eén reactie op “Als niemand weet van mijn reizen, heb ik nooit gereisd.”
Dank je wel daarvoor. Ik vind het heerlijk om die verhalen te horen, te lezen en vast te leggen. Zoals jij. Mag best wat vaker. En ja, het is altijd alsof de rest van de wereld niet bestaat. Alleen jouw realiteit. XL