Als er ergens een plek is waar je verplicht rustig aan moet doen is het mijn plaatselijke apotheek. Daar kom je terecht in een oase van traagheid. Met irritatie van klanten als gevolg, wat de rust niet bevordert. Ze werken er soms met vier mensen sterk, elk aan een balie, maar vaak staan ze met elkaar te overleggen verder van de balie verwijderd. De computers werken soms niet zoals het hoort, ‘het systeem’ werkt vaak niet zoals het hoort en mensen zuchten steevast. Maar vanochtend werd het een man allemaal teveel.
‘Staan jullie in de rij?’ wilde iemand weten. De rij werd achter hem langer. Ik zou zo geholpen worden. Voor mij nog twee mensen. Ze stonden aan de balie en hadden net hun gesprekje gehad en nu stonden de apotheekassistenten met elkaar te overleggen.
‘Wat zijn ze hier traaaaaaaaag!’ riep een man in de rij opeens.
Zeg, jullie kunnen nog harder werken hoor. Ik moet ook werken! Liefst vandaag!’ Hij zuchtte. ‘Ik heb wel wat meer te doen!’
Hij drentelde heen en weer. De apotheekassistenten leken getraind in het stoicijns denken. Ze gaven geen kik, overlegden rustig verder. Omdat ik van tevoren wist hoe dit kwartiertje tot twintig minuten ging verlopen maakte ik me ook nergens druk over. Je leert daar nog wat.
Eén reactie op “Heb wel meer te doen!”
Alsof je in onze apotheek staat… is toch vreemd dat dat een universeel apotheekverschijnsel is.
Zal dat trouwens een verplicht vak zijn in de opleiding? En hoe zal het op het rooster staan; Temporiseren? Mediteren? Traineren?
Misschien durf ik het een keertje aan de balie te vragen.