Mijn voetstappen brengen mij soms op plekken waarbij ik me, onderweg erheen, afvraag waarom ik daarheen wil. Zo liep ik vanmiddag terug naar het huis van mijn ouders, dat niet meer het huis van mijn ouders is. Het bleef maanden leeg nadat we het in maart dit jaar moesten leegruimen. Er stonden spullen in de woonkamer, zag ik. Ik moest een zogenaamde drempel over om de straat in te wandelen. De tuin lag er niet meer zo netjes bij. De conifeer naast de voordeur piekte heel raar. En de gordijnen waren weg, de ramen waren zo kaal. Geen planten in de vensterbank. Ik liep erlangs en zag dat het echt voorbij was. En liep ik door.