Lieve Q,
‘Zee!’ ‘Zee!’ riep je en wees naar het strand en het water toen we via de boulevard terugliepen richting de tram. We hadden net ervoor onder een grote parasol geluncht terwijl het af en toe druppelde en je kuste haai op zijn snuit. ‘Haai!’ riep je en lachte. Toen de serveerster voorbij kwam gelopen zwaaide je naar haar. Ze vroeg of je haar kwam helpen vandaag. We waren naar Sea Life geweest in Scheveningen. Dat waren we vorig jaar al van plan maar dat ging door omstandigheden niet door. En nu was het zover.
Alles was mooi. De kleine vis, de grote vis. ‘Vis!’ riep je en wees naar een aquarium waar je op ooghoogte naar kon kijken. Alles was op ooghoogte voor jou en alles was toegankelijk en ruim. Maar ook de schitteringen van het water en het licht dat reflecteerde op het plafond vond je mooi. Het leek bijna, met alle bubbels, water, lampjes en vissen één grote snoezelhoek.
We wandelden onder een reservoir door met roggen en een grote schildpad die langzaam voorbij zwom. Er was een waterval (‘Fontein!’) en Nemo! Even daarvoor kreeg je een kleurplaat van Nemo en die hield je goed vast want die kleurplaat vond je heel mooi. Nu zag je de echte Nemo en kraaide je ‘Nemo!’ uit van plezier.
Lieve Q, van de tramrit genoot je ook. Je trappelde met je voeten en zag honden in de tram en zwaaide naar mensen. Ze zwaaiden allemaal terug. Ik vroeg toen we weer thuis waren of je het leuk had gevonden vandaag. Je lag op het kleed even bij te komen met haai bij je. Volgens mij wel. Toen richtte je je weer even op en riep: ‘Zee!’ Ja, vandaag was je bij de zee. ‘Applaus!’ riep je. Ik klapte in mijn handen.
Ontdek meer van Karin Ramaker.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.