Vorige week was ik in het Belvédère Museum in Heerenveen-Oranjewoud. Daar wilde ik graag heen omdat er een tentoonstelling te zien is (tot en met 2 oktober) van Jeanne Bieruma Oosting. Ondanks haar rijke familie, ze was van Friese adel, werd ze beknot door de conventies van haar tijd. Ze was immers een vrouw en een loopbaan als kunstenaar lag niet voor de hand. Momenteel lees ik veel over vrouwen in de negentiende en twintigste eeuw in verband met mijn research voor mijn verhaal. Jeanne vocht zich ondanks die opvattingen vrij en maakte mooie werken. Ze woonde en werkte afwisselend in Friesland (waar ze het saai vond) Gelderland, Parijs en Amsterdam. Ze maakte olieverfschilderijen, aquarellen, grafiek en werken op papier.
Tijdens de terugreis en ik op een parkeerplaats stond zag ik een groep mannen uit een grote bus stappen. Allen met ontbloot bovenlijf. Ze waren niet allemaal even mooi, en dat is puur persoonlijk, maar los van bierbuiken, borsthaar en andere zaken die ik niet perse hoefde te zien, bedacht ik me dat we er nog lang niet zijn met het losbreken van vrouwelijke vrijheden. De mannen liepen met borst vooruit richting een restaurant en liepen via een draaideur naar binnen. Een week later staar ik naar een cover van een vrouwenblad, de Linda, met een groep vrouwen in spijkerbroek met hun arm beschermend voor hun blote borsten. Het zou een vrijheid zijn als die dames niet hun armen voor hun borsten hielden en lieten zien hoeveel verschillende vrouwen er bestaan. Ook de dames zonder een borst, met littekens en hangtieten, cup AA en DD en graag met een beetje vet hier en daar. We zijn er nog lang niet. Maar hoera Jeanne!