Een elastiekje dat je uitrekt kan maar tot zover. Dan spant het zich meer en meer, het draad wordt dunner en vertoont scheurtjes totdat het knapt en met een snelle tik tegen je vingers of hand ketst. Kapot.
Wat kapot is kun je soms niet meer repareren. Soms wel. Je hebt geluk als je het kunt repareren. Het doel is dan ook alles eraan te doen om het te herstellen. Wederopbouw.
Je moet sterk zijn om in te zien dat wat gebroken is gerepareerd moet worden. Je moet het willen repareren anders blijft het stuk. Je hebt misschien lijm nodig, anderen die helpen lijmen. Die aangeven hoe het gelijmd moet worden. Geen weerstand meer. Meebewegen en een nieuwe weg inslaan.
Het is pijnlijk en verdrietig om in te zien dat het gebroken is. Het ligt daar maar kapot te zijn maar vanuit oud en kapot ontstaat nieuw en geheeld. Loslaten wat was, sterker gelijmd en met alle focus op de horizon.