De neef van mijn oma, Kees, stierf in een concentratiekamp, hier ver weg vandaan in Neuengamme. De Duitsers hadden het registreren goed in de vingers, zijn naam staat op vele lijsten zoals op de vervoerslijst van gevangenis Den Bosch naar Kamp Amersfoort en van Amersfoort naar Neuengamme en op de namenlijst van de gestorvenen. Alle namen staan netjes in rijen, met kampnummer erbij, oud beroep en de reden dat ze er überhaupt naartoe moesten. De data van geboorten staan vermeld en de sterfdata. Op 25 oktober 1944, net voordat zijn geboortedorp Dongen werd bevrijd, stierf hij um neun Uhr morgens. Todesursache: Lungenentzündung. We weten wel beter. Ooit wil ik er nog heen om met eigen ogen te zien. Hij was maar 22 jaar. Hij weigerde dwangarbeid en raakte verzeild in het verzet. Het staat vermeld in de gevangenispapieren die opgemaakt zijn in Den Bosch. Alles wurde registriert. Alles. Warum wurde alles von den Deutschen aufgezeichnet? Ja, waarom toch eigenlijk? Om niet iemand te vergeten. Daarom. Om vast te stellen wie er allemaal vermoord waren. Dat ook. Lange, lange lijsten. Eerst waren het mensen, toen nummers en toen doden.
Na al die jaren zullen we dagboeken blijven lezen. Anne Frank, Etty Hillesum, Schindler’s Lijst, Stella Muller Madej, Eddy de Wind. Ik heb ze staan in mijn boekenkast. Ik wil het boek van Edith Eva Eger nog lezen. Hun verhalen zijn belangrijk omdat de geschiedenis dreigt te vervagen. Het wordt her en der zelfs ontkend. Vandaar dat ik nogmaals herhaal dat de Nazi Duitsers zelf hun lijsten netjes bijhielden en op orde hielden. Van alle notabelen, anti Duitse mensen, kampen, experimenten, zieken, doden. Ze waren gek op lijsten. Ordelijk, boekhoudkundig en gedisciplineerd.