Het rode sjaaltje lag op de bovenste plank in de kast bij mijn ouders op zolder. De herinneringen kwamen meteen terug aan vruger aan carnaval. Hoe wij met het gezin naar de Korenbeurs gingen, in mijn beleving een grote zaal, waar mensen kletsten, dansten en dronken. Daar pakte ik serpentines van de vloer en versierde mezelf ermee. In de kleuterklas was ik Maja de Bij, later Pipi Langkous maar wilde elk jaar dansmarieke zijn maar die pakken waren te duur, vond mijn moeder. Jaren later kreeg ik nieuwe vriendinnen die lid waren van een carnavalsvereniging maar misschien trok ik het clubjesgevoel toen al niet. Wel deden we met een paar vriendinnen mee met de optocht. We wonnen geen prijs.
Toen de soos ophield met bestaan, zo verneem ik, kon je naar de Maaslandhal maar daar was de sfeer compleet weg. Het was te groot, te hol. Carnaval werd ook gevierd bij een fabriekshal waar de vader van Sylvia werkte die ons lam in de auto naar huis bracht. Vruger nam men het sowieso nieh so nauw. Bij ons thuis werden er langspeelplaten grijs gedraaid van Rubberen Robbie, André van Duin en andere carnavalshits. Misschien vind ik het lied van het bloemetjesgordijn de mooiste klassieker.
Weet je wat ik wel zou willen zijn
Een bloemetjesgordijn, een bloemetjesgordijn
Van het plafond tot op het raamkozijn
Een bloemetjesgordijn, een bloemetjesgordijn
En alle dagen hangen lekker in het zonnelicht
Met bloemen op m’n hele lijf en ook op m’n gezicht
Weet je wat ik wel zou willen zijn, een bloemetjesgordijn
Wim Kersten.
Carnaval, een levensverhaal koop je hier! (Met een piepkleine bijdrage van mijn hand.)
Eén reactie op “Vruger.”
Het hele Carnavals gebeuren gaat volledig langs mij heen.
Ik gun daarentegen iedereen het Carnavals plezier!
Stille groet,