Ik hoor de vogels al de hele middag fluiten. Ik hoor merels maar ook andere vogels. Ik zie pimpelmezen heen en weer vliegen, van boom naar boom, tak naar tak. De zon schijnt. Ik zit aan mijn nieuwe, tijdelijke, bureau. Als ik de raamdeuren open kijk ik uit op een glooiend landschap van hei.
Discipline is wel iets wat je moet hebben als je een schrijfhuisje uitkiest om jezelf in op te sluiten. Nu is dit huisje erg prettig met een zithoek en een fijn bureau. Beneden is ook een kleine keuken en boven is naast een slaapplaats ook nog plek om te schrijven met een ander uitzicht.
Na de lunch en het installeren ben ik meteen begonnen met alle aantekeningen bekijken die ik thuis al had gemaakt bij alle hoofdstukken. Wat moet er aangevuld en beter verteld? Ik ga alles stapsgewijs na. In de weken ervoor had ik alle grammaticale correcties al uitgevoerd zodat ik daar nu niet aan hoefde te beginnen. Ik kan vrij schrijven. Alle obstakels zijn weg. Omdat ik in een goed ritme kwam had ik toch maar een wekker gezet. Om half vier ging hij af en kon ik mezelf even pauze gunnen. Ik ben naar buiten gegaan en ben via een zijpad langs het bos naar het dorp gelopen. Het was warmer dan ik dacht. In een bochtige straat lagen wat restaurants. Ik zou best een avond daar kunnen gaan zitten. Of een ijsje kunnen gaan eten overdag. Omdat mijn richtingsgevoel mij meestal in de steek laat was het nu ook niet onverwacht dat ik verkeerd liep. Dan maar via een omweg terug naar huis. Maar door deze andere route kwam ik wel via een zandpad langs een stuk hei. Mooie heidegrond.
Ik heb dit goed bedacht, vind ik zelf. Ik heb meters gemaakt. Morgen weer een dag.