Gisterenavond. Het concert van Froukje in ’t Paard Den Haag. Voor het eerst was ik weer in de grote zaal. Gelukkig, ondanks de drukte, voelde het niet benauwend. Stiefdochter nam me mee uit, het was nog een verjaardagscadeau. Ik kreeg bij de ingang een felgroen polsbandje om met de woorden ’18+’ en stiefdochter moest haar ID laten zien. Ik zag haar reactie. Waarom moet ik mijn ID laten zien? Ik ben bijna eenentwintig! Daar had ik vroeger elk weekend last van. Maar, het concert van Froukje dus. Naast een geweldig optreden was ik onder de indruk van de band. Er was wel veel jeugd. Veertien, vijftien jaar gemiddeld, met of zonder ouders. Een aantal was ouder, maar we waren een uitzondering. Maar de sfeer was gemoedelijk. Geen vervelende praatsessies achter of voor ons, geen duwtjes of voorkruipen. Er was allemaal liefde.
Want Luna Morgenstern, de zangeres in het voorprogramma, verwoordde het meerdere malen: ‘Het is allemaal zo mooi! Dank jullie wel.’ En liet ze een hartje zien, gemaakt met haar handen. Ook haar set was goed, niet mijn muziek, veel te veel autotune, maar ze had een fanbase en die fanbase vond het geweldig. Haar microfoon viel drie keer uit. Dat was jammer. Voor haar vooral.
Bij een rustig liedje gingen er plotseling mobieltjes in de lucht. Allemaal lampjes. Ik had dit niet eerder gezien bij een concert. Niet bij Doe Maar, Spinvis, Newton Faulkner, Sophie Straat, Kensington of Tim Knol. Ik bekeek al die mobieltjes die in de lucht heen en weer gingen. Met foto’s op het display, apps en kleuren. Ik leunde naar mijn stiefdochter en zei: ‘Vroeger gingen de aanstekers aan. Maar men rookt niet meer.’
Ontdek meer van Karin Ramaker.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.