De deuren openden zich en we liepen met een kar naar binnen. Via een pad die je kon volgen, kon je langs alles wat er te zien was. Prachtkleuren, vrolijkheid. Soms moest je even wachten, maar uiteindelijk kon je alles goed zien. En misschien nam je een souvenir mee. Of twee. Of een kar vol.
Gisteren vertelde ik aan mijn gastkinderen dat ik vandaag naar een pretpark voor volwassenen ging. Ze keken me glazig aan. Hoezo? Je kon er niet in attracties maar je bevond je in een hemel. Wat kon je er doen dan? Kijken vooral, rondstruinen en dan, na goed nadenken, kopen. Een kar vol.
Op de terugweg was onze leenauto vol met planten en bloemen. Een olijfboom, een Japanse esdoorn erbij en wat schaduwplanten. Ook potten, potgrond en twee oranje bloempjes voor in de geveltuin. Ik was naar een tuincentrum geweest. Een pretpark voor volwassenen.