Bedplassen.

Terwijl ik de dekbedhoes weghaal en het bed verder afdek, ik ga niet in discussie over het woord afdekken, herinner ik me mijn tijd als stagiaire in een verzorgingshuis in Berghem. ‘ s Ochtends vroeg fietste ik erheen, zette mijn fiets weg en liep met lood in de schoenen naar binnen. Het eerste wat ik moest doen, nadat ik treuzelde met mijn jas ophangen en spullen wegdoen, was het beddengoed afhalen op de kamers van de cliënten. De geur van urine kwam me in de gang al tegemoet. Elke ochtend was er wel iemand die in zijn bed geplast had. Dan stelde ik me voor dat de client aandrang voelde maar middenin de nacht gedesoriënteerd was en moeite had om de badkamer te vinden. Zover kwam het dan niet eens, de plas liep al langs de dijbenen. Te moe om iemand te roepen via de pieper zakte de client weer met zijn hoofd in het kussen en sliep verder. 

Ik vond het verschrikkelijk om het vuile beddengoed in grote ijzeren karren te doen. Er was geen tijd om tussendoor je handen te wassen. Ik kan me niet herinneren dat we met plastic handschoenen werkten in die tijd. De client zat meestal naast het bed in zijn of haar pyjama beteuterd uit het raam te staren. Het bleef gênant; anderen die je vuile beddengoed afhaalden om het bed opnieuw te verschonen. 

Mijn werk als verzorgende in een verzorgingshuis lag me niet zo goed. In een gesprek, na een paar maanden, zei men dat ik te licht was, letterlijk, om het werk te doen. Bovendien zagen ze dat ik voor het contact maken met de cliënten veel geschikter was. Ik werd gelijk die dag aan de sjoeltafel gezet. Dat bleek inderdaad een beter plan. Maar al snel merkte ik op dat oudere mensen erg gemeen naar elkaar kunnen doen. Zeker in het Katholieke verzorgingshuis waar maar een aantal niet gelovigen woonden of protestanten. Die werden genegeerd aan tafel. Soms schold iemand de ander uit. Er werd flink gemopperd in de koffiekamer, zeker als er gesjoeld werd en iemand de ander verdacht van vals spelen.

Lang bleef ik er niet. Ik hielp nog even mee in de keuken, waste af, bracht koffie en thee op de kamers. Als ik te lang bleef hangen op de kamers werd ik er weggehaald. Er was toen al geen tijd om even met iemand te praten. Over het weer, de kleinkinderen, als ze die hadden. Want er waren er ook die alleen in hun kamer zaten. Die de hele dag stilzaten in hun stoel en naar buiten keken naar de voorbijrijdende auto’s en fietsers. Dan werd er op gezette tijden op de deur geklopt en keek iemand met waterige ogen verheugd op.


Ontvang mijn blogposts per mail


3 reacties op “Bedplassen.”

  1. Wat een treurnis Karin. Op alle gebieden. Waarvan één de grote gemene deler – Berghem. Misschien wel het gruwelijkste dorp van Nederland. Oss kan er ook wat van, maar Berghem spant de kroon. Je zou er spontaan van gaan bedplassen. Een vocabulaire van vloeken en tieren ontwikkelen. Tussen ‘een supertje’, de sportclub en ‘een herring in un slaapzak’ alle geloof in de mensheid verliezen. Hoop dat de wegwerpluiers inmiddels gratis zijn.

  2. Ik moest toch wel lachen ook, om je reactie. Hoewel ik mijn geboorteplaats wel weer aan het herwaarderen ben.

  3. Gelukkig maar dat je er om kunt lachen, Karin. Sommige van mijn herinneringen kan ik eigenlijk maar beter laten waaien in de wind. Maar ja, er zijn van die woorden die iets triggeren… je weet vast wel welke dat is. ;-)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten