Wanneer ik ’s ochtends wakker word en de vage omtrekken van de slaapkamer zie, en ik realiseer me dat er vandaag niets opmerkelijks op de planning staat, voel ik een diepe tevredenheid. Hetzelfde gevoel had ik vanochtend. Terwijl ik luisterde naar de podcast “Het Uur met Adriaan van Dis” (misschien moet ik toch eens zijn boeken gaan lezen) en later naar “Na Sluitingstijd” van Dagblad van het Noorden, keek ik naar de grijze lucht buiten waar af en toe een regendruppel op het raam bleef hangen.
Gisteravond, met tranen in mijn ogen, keek ik naar de laatste aflevering van “Over Mijn Lijk”, waar de slechts vijfendertigjarige Jeffrey zijn gezin achter moet laten. Jeffrey mijmerde bij het voetbalveld, toen er nog wat vel om zijn botten zat, over de toekomst. ‘Wat moeten ze straks?’ vroeg hij zich af. ‘We hebben het nu goed. We kunnen doen wat we willen. In het weekend bestellen we altijd eten, daar denken we niet eens over na. Maar straks zullen ze die luxe niet meer hebben.’
Dat is het precies. De franjes van het leven zijn leuk, maar het zijn de gewone dagen, waarop er geen of nauwelijks zorgen zijn, of je ze even vergeet, die het meest waardevol zijn. Dan eten bestellen in het weekend. …