Hij was net naar het toilet geweest en knoopte in het restaurant zijn broek weer dicht terwijl hij in de vitrine naar de bakken met pasta’s keek. Daarvoor had hij een kop koffie gedronken aan een klein tafeltje en verveeld gekeken naar de vrouw in de bediening. Hij strompelde, nadat hij zijn kop koffie gedronken had, langzaam naar de achterkant van de bar om zijn kopje terug te zetten. Ik verstond niet wat hij tegen haar zei maar aan haar gezicht te zien was ze er niet blij mee. Eenmaal staande bij de vitrine wees hij zonder iets te zeggen naar de spaghetti. ‘Doe mij een bakkie spaghetti bolognese. Het is bolognese, toch?’ Ze knikte en schepte op. ‘Er zit van alles aan je handen’ wees hij. Daarna: ‘Schep je nou 10 kilo op?’ Ze schudde haar hoofd. Hij sjokte weer naar zijn tafeltje. Het bordje pasta van tien kilo kwam er zo aan.