Gisteren, op 20 maart, brak de lente aan. Ik kan me de eerste lentedag nog goed herinneren, nadat mijn moeder was overleden. Ik was bezig in de tuin, bladeren aan het opruimen die ik in een zak verzamelde om later weg te gooien. Terwijl ik daar bezig was, kon ik het gezang van merels horen en het gekras van eksters. Het was de eerste lentedag zonder mijn moeder. Ze was écht weg, dacht ik. Dat gevoel bleef me achtervolgen in de daaropvolgende weken en maanden.
Gisteren liep ik in een flauw zonnetje door de winkelstraat, even een blokje om. Het was alweer de derde lentedag zonder mijn moeder, drie jaar verder. Ik herinner me nog zo goed de periode na haar overlijden, dat was eind september, toen plotseling de herfst begon. De wind werd guurder en de bladeren begonnen te verkleuren. Het leek alsof de tijd stil stond, en ik kon nauwelijks bevatten hoe snel alles was veranderd.
In deze derde lente herinner ik me nog het moment dat mijn moeder in het ziekenhuis lag en ik in de tuin zat op een bankje, terwijl mijn vriend een foto maakte van de tuin. Die foto stuurde hij naar mijn moeder, die stiekem haar mobiel onder haar laken verstopte omdat ze de verpleging niet vertrouwde, zo zei ze. “Wat is de tuin groen!” appte ze terug.
In de lente begint alles opnieuw. De blauwe druiven en narcissen staan in volle bloei. Pasen staat voor de deur. De bomen krijgen weer bladeren, de zon laat zich vaker zien, en het blijft licht als ik ‘s avonds naar huis fiets. Alles lijkt hetzelfde en toch is alles anders. De derde lente is begonnen.
2 reacties op “De derde lente.”
Bemoedigende Voorjaarsgroet
@Rob: dank!