Met een onschuldige toon bracht Mona Keijzer haar standpunt naar voren bij Jeroen Pauw, waarbij ze opmerkte dat men voorstanders van de Oekraïense strijd, misschien de gevluchte Oekraïners tussen de 25 en 45 jaar oud, die momenteel onderdak vinden in onze huizen, zou kunnen terugsturen om daar deel te nemen aan de oorlog. Ze benadrukte dat munitie, machines en mensen allemaal nodig zijn voor zo’n inspanning.
De termen “vluchten”, “terugkeren” en “vechten” werden onschuldig en met een zekere mate van ingetogenheid uitgesproken. Ze wees er ook op dat Zelensky zelf een soortgelijke oproep heeft gedaan voor de terugkeer van degenen die elders verblijven om te vechten voor het vaderland.
Maar terwijl Mona Keijzer en haar partij dit voorstel benadrukken, heeft Zelensky een heel andere intentie. Het feit dat ons land vol raakt, is werkelijk een probleem, stelde ze vast. Dus daarom zouden de gevluchte Oekraïners terug moeten naar het front.
Dit alles werd gezegd op de vooravond van een dodenherdenking, realiseerde ik me. Over ongepast gesproken.
Vanavond herdenk ik de neef van mijn oma, Kees Jacobs, die eerst vluchtte voor de verplichte Arbeitseinsatz, vervolgens onderdook en in het verzet rolde maar werd ontdekt en uiteindelijk stierf in een concentratiekamp ver weg van hier, in Neuengamme, Duitsland. Hij werd maar 22 jaar.
De meeste mensen willen geen oorlog. Daarom vluchten ze ook. En sommigen lijken niets te leren van eerdere fouten. Wat herdenken we nou eigenlijk vanavond?