Van weinig dingen heb ik spijt, maar dat ik mijn moeders moeder onvoldoende heb leren kennen is er wel een van, zeker nadat ik besloot haar leven uit te pluizen en vast te leggen. Geboren op 8 mei 1916 in Breda uit een ongehuwde moeder had zij het niet bepaald makkelijk in haar leven. Misschien moet je spreken van een 1-0 achterstand, en dat op het maatschappelijk vlak. Maar ze was niet bepaald dom.
Ik heb een foto in mijn werkkamer staan van een klein meisje met een rond gezicht en krullen, dat verbazingwekkend genoeg op mijn neefje lijkt. Ze zou vandaag 108 jaar geworden zijn, iets dat weinig mensen gegeven is. Ze was aan het eind van haar leven in de negentig, alleen, half blind en zonder contact met haar oudste dochter, mijn moeder. Ik herinner me flarden van haar, jammer genoeg, want ze verdween uit het leven van mijn broer en mij. Niet door ons, we waren te klein, maar dat was een beslissing genomen door mijn ouders. Het hoe en wat is mij nooit helemaal duidelijk geworden. Wel kan ik bedenken dat mijn oma haar gedachten heeft laten spreken over bepaalde zaken. Dat viel waarschijnlijk verkeerd.
Na het overlijden van mijn ouders bladerde ik door de fotoboeken. Ze kwam voorbij als een vriendelijk ogende moeder voor haar drie dochters. Ik zag uitstapjes, feestjes thuis, vakanties. In de jaren ervoor stond ik weleens bij het graf waar zij en mijn opa samen lagen, ergens op een plekje bij de kerk. Het is jammer dat je niets meer kunt zeggen of vragen, alleen in gedachten dan. En wat had ik dan willen zeggen? Misschien wel niets, maar had ik willen kijken, willen zien waar de maniertjes vandaan kwamen, een blik, een glimlach. Het is nu te laat, is er een soort van spijt, hoewel ik er feitelijk niets aan kan doen.
Nu spreek ik weleens met mijn tante, en zij vertelt de verhalen die ik graag eerder had willen horen, over mijn oma, die rustig was, maar wel zei wat ze ergens van vond. Vandaag is het 8 mei. De geboortedag van oma B.
2 reacties op “Geboortedag.”
Een paar maanden voor de jongste zus van mijn vader zou sterven nodigde ze mij uit om langs te komen. Die dag ging ik naar huis met een doosje met 40 familiefoto’s en 6 A4 bladen met de nummers en de namen van de personen die op de foto’s stonden. De foto’s waren restant van een veel grotere verzameling die bij het eerste bombardement op Rotterdam – op het Noordereiland – verloren waren gegaan in de vlammen. Wat volgde was een 15jarige zoektocht naar de bronnen van mijn familie. Ik schreef er een boek over en sinds enige tijd is er een bijbehorende website: https://familiekochrotterdam.wordpress.com/
Mijn opa is gestorven in 1933 en mijn oma in 1944. Alleen mijn oudste nicht, nu 91, heeft mijn oma nog meegemaakt. Maar de jongste broer van mijn vader en zijn vrouw hebben in de laatste jaren van hun leven nog saillante details gegeven die je alleen van een ooggetuige kunt krijgen. Bijvoorbeeld dat mijn motoriek en de wijze waarop ik op mijn voeten sta exact gelijkenis vertonen met mijn grootvader.
Ik zeg dit omdat het feit dat je nog een tante hebt van grote waarde is. Soms maakt het wel uit op welke plek in de familie iemand staat. Mijn oom zei niet onterecht dat ze aan hem als jongste veel niet verteld hebben. Wat ontbrak heb ik dan weer een levenlang van mijn vader gehoord, die een echte verhalenverteller was.
Als je eenmaal gaat graven, en ik weet niet of je daar behoefte aan hebt, dan kun je op de meest ongelooflijke manieren geholpen worden door mensen, door onbekende familie, door fora, door historici. Familiegeschiedenis blijft fascinerend!
@Huub: ik zeg ook in de eerste alinea: ‘nadat ik besloot haar leven uit te pluizen en vast te leggen.’ Ik ben er al jaren mee bezig. …