Het blijft me intrigeren waarom ik zo gefascineerd ben door ogenschijnlijk onbeduidende gebeurtenissen. Neem bijvoorbeeld die kleine slak op de zijwand van de uitbouw bij mijn buren bij het muurtje dat precies op het verkeerde moment de zon blokkeert. Gisteravond merkte ik plotseling op dat de slak helemaal bovenaan zat en langzaam naar beneden leek te glijden. Het proces was traag, bijna hypnotiserend. Toen de tuinlamp na verloop van tijd aansprong, leek het alsof de slak schuin overstak. Na een uur was hij bijna bij de rand aangekomen.
Vanochtend heb ik een irritant zoemende mug weggeslagen, voelde de mug tegen mijn hand botsen. Ze zal wel flink dizzy zijn geweest. Kort daarna, net voor zes uur, ging het alarm van mijn telefoon af. De vogels waren al luidruchtig aan het kwetteren en er viel regen. Terwijl ik mijn tas in mijn fietstas propte, zag ik de slak op de rand van de uitbouw zitten, een spoor achterlatend op de lelijke, zacht oranje stenen. Het deed me nadenken over hoe we altijd haast hebben, behalve wanneer we geconfronteerd worden met iemand die ernstig ziek is of het plotselinge besef dat je kind te snel opgroeit. Het duurde een hele nacht voor de slak om van boven naar beneden te glijden.