Labels als ‘de slimste’, ‘de grappigste’, of ‘de domste’ worden snel opgeplakt, meestal door volwassenen die graag kaders willen, maar onvoldoende beseffen wat het effect hiervan is op korte en lange termijn voor degenen die het label ontvangen. Het jonge kind heeft niet gevraagd om het label. Het is een last, ook al worden er soms complimenten gegeven. Die last ontstaat door de lading die het woord met zich meebrengt.
Als je altijd ‘de slimste’ moet zijn, heb je een zware taak. Je moet constant bewijzen dat je de slimste bent want als je een fout maakt, val je van je voetstuk. Aan de andere kant, als je gezien wordt als ‘de domste’, heb je de taak om slimmer te worden om respect te verdienen. Lukt dat niet, dan zoek je andere manieren om aandacht te krijgen. Het gevaar van het label ‘de domste’ is dat je uiteindelijk gaat geloven dat het waar is en je je ernaar gaat gedragen, omdat iedereen het toch al zegt.
Een label krijgen betekent een taak krijgen. Dat veroorzaakt rivaliteit tussen broers en zussen en het verandert de dynamiek in het gezin van harmonieus naar een competitie. Leven in een gezin waar dagelijks strijd heerst, voelt als constante oorlog. Je moet altijd opboksen, bewijzen, overtuigen en jezelf voortdurend laten zien dat je het label waardig bent. Dit zorgt voor chaos, angst en onzekerheid.
Als een broer of zus beter kan zingen, leren, organiseren en verwoorden, en dit wordt door volwassenen steeds benadrukt op feestjes, visites en in de thuissituatie, ontstaat er een voorkeurspositie binnen het gezin. Dit leidt tot ongelijkheid. Ieder kind heeft talenten die gevoed moeten worden. Het is aan volwassenen om deze talenten te benoemen zonder labels op te plakken. Aangeleerde rivaliteit is funest voor een kind dat later volwassen wordt. Zo’n kind zal altijd anderen beoordelen en gesprekken voeren vanuit een competitieve instelling, omdat het niet anders gewend is. Competitie staat tegenover elkaar gunnen dat de ander het ook een keer juist heeft en het de ander gunt dat de ander ook eens ‘wint’. Het is bovendien grootmoedig om ook eens te onderkennen dat je het een keer niet weet. In een harmonieus gezin, in een gezin waar ieder kind kan bloeien, bestaat gezonde competitie alleen als je een spelletje speelt zonder vals spelen en zonder jaloezie.