295 woorden, 2 minuten leestijd.
Gisteren zat ik op de bank, niets te doen. Mijn blik dwaalde door de kamer, naar buiten, over het tapijt, langs de kast met de platenspeler, en rustte even op het nieuwe vinyl van Lucky Fonz III. Terwijl ik naar dit vertrouwde uitzicht keek, was ik blij met de gedachte dat alles binnenkort weer normaal zou zijn. Het ritme van normaal klinkt als muziek in mijn oren. Wat sommigen als saai beschouwen, zie ik als een geruststellende staat van zijn.
Het leven is al gek genoeg, dacht ik. De woorden van Fran Lebowitz zijn me altijd bijgebleven: “People want to challenge themselves. I find real life challenging enough.” Het is een gedachte die ik vaker heb gedeeld.
Het is allemaal al gek genoeg. De Amsterdamse Mikael die uitgezet wordt, scholen die worden gebombardeerd in Gaza, een passagiersvliegtuig dat neerstort onderweg naar São Paulo… En dan is er Femke Bol, die eerst met een spectaculaire eindsprint goud pakt op de 4×400 meter estafette, maar later zwaar teleurgesteld is met brons op de 400 meter horden. Ik lees momenteel het dagboek van Rose Jakobs, getiteld De bloem die niet tot bloei kwam, over een Joods meisje dat in 1942 op 17-jarige leeftijd moest onderduiken, eerst in Nijmegen, daarna in Beek. Als er iemand was die wilde dat alles normaal werd…
De zomervakantie is bijna voorbij, en binnenkort keert alles terug naar normaal. Mijn werk, de dagen, alles zal weer in een vast ritme zijn. Er is een ritme van eten, fietsen, slapen, en de weekenden zullen merendeel gevuld zijn met feestjes en voorstellingen. Dan zullen er momenten zijn dat ik op de bank zit, niets te doen. Dan kijk ik een beetje om me heen, naar alles in mijn huis dat al een geruime tijd als normaal eruit ziet. En wat is nou écht normaal?
Ontdek meer van Karin Ramaker.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.