128 woorden, 1 minuut leestijd.

Terwijl ik in de drogist bij de scankassa iets afreken pleit de ene collega tegen de andere dat God echt bestaat. ‘Hij is er. Iedereen wil bewijs maar bij het christelijke geloof hoef je geen bewijs te vinden, omdat het er gewoon is.’ Ze ratelt door. Haar collega blijft stil, hoor ik. ‘God is altijd met ons, bij ons en zorgt ervoor dat het gaat zoals het gaat. Dat is het lot en daar geloof ik in. Niets gebeurt zomaar.’ 

Nadat ik heb betaald, loop ik langs de scankassa en zie een meisje met een hoofddoek tegen de toonbank leunen. Even kruisen onze blikken elkaar. Stilletjes luistert ze toe hoe haar christelijke collega aan het prediken is. Om tien uur in de ochtend.