207 woorden, 1 minuut leestijd.
Gisteren nam ik de bus naar een afspraak. Het begon meteen al… tja, bijzonder. De chauffeur begroette me nauwelijks met een ‘hallo’, alsof ze daar echt moeite voor moest doen. Na mij stapte een mevrouw in die blijkbaar niet vaak met de bus reisde. Ze legde haar ov-kaart verkeerd op het apparaat en vroeg aarzelend: “Heb ik het zo goed gedaan?”
“Dat weet ík niet,” antwoordde de chauffeur kortaf. Na wat geklungel lukte het gelukkig en kon de vrouw doorlopen.
Even later stapte een oudere man in die vroeg of deze bus naar het ziekenhuis ging. De chauffeur reageerde eerst niet, en toen hij zijn vraag herhaalde, kwam er een mompelend “ja” uit. Onderweg draaiden we een straat in waar een vuilnisauto containers stond te legen. Dat zorgde natuurlijk voor wat vertraging. De chauffeur werd ongeduldig, draaide haar raam open en riep boos naar buiten:
“Je weet toch dat ik hier sta! Je doet het expres, kakkerlakken!”
Vanmorgen trof ik dezelfde chauffeur weer. De frisse kou van de ochtend leek perfect aan te sluiten bij haar humeur. Een oudere man die na mij instapte, kon nog net een stoel vinden voordat ze abrupt optrok. Ik kon maar één ding denken: Dit is echt niet jouw baan, schat.
Geef een reactie