513 woorden, 3 minuten leestijd.
Waar was ik afgelopen jaar? Ik had net een verjaardag achter de rug, met goud en glitters. Mijn neefje droeg een strik en genoot enorm van het samenzijn. Ik spoel vooruit en ben nu hier, een jaar later. Een frozen shoulder, van bepaalde medicijnen af, een fase afgesloten en een nieuwe begonnen. Veel regen, veel wind. Ik kocht een nieuwe muts maar heb die nog niet nodig gehad.
Ik heb veel meer gelopen, vocht verloren. Er moet nu een riem in mijn broek, anders zakt hij af, en dat vind ik irritant.
Ik ben naar Parijs geweest, waar ik veel wandelde. Toen voelde ik me goed. Ik ontdekte de andere kant van Parijs, at een broodje met boter in De Flore. De ober vond het leuk dat we er waren en ons best deden om gewoon Frans te spreken. Op mijn moeders geboortedag kochten we een eclair bij een klein bakkerijtje in ‘onze’ straat. Het voelde alsof we een tweede verblijf hadden.
![](https://i0.wp.com/www.met-k.com/wp-content/uploads/2024/12/Scherm%C2%ADafbeelding-2024-12-20-om-12.27.48.png?resize=660%2C498&ssl=1)
Ondertussen schreef ik veel, stuurde het op, en wachtte op antwoorden die uitbleven of maanden later een afwijzing brachten. Eén uitgeverij nam de moeite mij erover te mailen met een uitgebreide reactie. Uiteindelijk schoof ik het aan de kant. Tijd voor een nieuw project.
Ik las veel boeken, want ik kreeg zes boekenbonnen. Ik vond Luister van Sacha Bronwasser prachtig, net als de biografie van Tove Ditlevsen en De Jaren van Annie Ernaux. Ook las ik het werk van Anton de Kom, geïnspireerd door een indrukwekkende lezing die ik bijwoonde.
Ik liep in de velden van het oosten, over de vlonderpaden bij Empe. Voor ons huisje liepen schapen die de hele dag gras aten, een zen-achtige bezigheid om naar te kijken.
Er was ook onrust, bezorgdheid en chaos. En verdriet. Mijn ring brak. Ik weet dat je heimwee kunt hebben naar iemand, maar ook naar iets. Mijn kies brak, twee keer zelfs. Aan het eind van het jaar had ik diverse tandartsafspraken, net voor kerst.
Ik heb een hekel aan wandelen door ziekenhuisgangen, maar het moest. Mijn arts zei opeens: “Dit is de laatste keer. Ik ga je uitzwaaien.” En weg ging ik. Ruim dertig jaar bijna dagelijks pijn gehad, en nu ineens niet meer. Dat is een vreemde gewaarwording. Ik huil niet gauw om mezelf – ik heb een hekel aan zelfmedelijden – maar dat moment bracht wel een traan.
Meer dan ooit voel ik de behoefte om iets voor anderen te doen. Meer dan ooit. Bemoeien is soms beter dan niets doen. Zwijgen kan gevaarlijk zijn. Moed hebben om iets te doen voor het grotere geheel is altijd belangrijk, zelfs als je alleen komt te staan of iemand je niet meer aardig vindt.
Moedig en dapper zijn wordt nog meer een aandachtspunt voor 2025. Op vele fronten. Daarover later meer.
Voor nu zie ik de laatste restjes van de jaardagen voorbijgaan. Toch maar weer de schouders eronder. Toch maar weer de dag beginnen met optimisme. Toch maar weer vertrouwen in een goede afloop. Toch vaker samenzijn. Met vrienden. Vooral familie. Want ik heb al zo weinig.
Ontdek meer van Karin Ramaker.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.