168 woorden, 1 minuut leestijd.
Kijk eens goed naar de eerste regel met cijfers en bekijk dan nummer 5 eens goed.
Ik leg verder weinig uit. Het enige is dat ik gisteren, in het kader van een nieuw project, keek naar vijf grote eikenbomen die zo’n tachtig jaar geleden nog kleine boompjes waren. Ze stegen nu boven mij uit. Daarvoor stond ik, ineens onverwacht nerveus en licht misselijk, bij een oude poort die de scheiding markeerde tussen de bosrijke wandeling van een station naar de onverwachte, grauwe realiteit van gevangenschap.
Achter die houten poort met prikkeldraad hield het op. Waarom ik precies daar een steen op mijn maag voelde, weet ik niet. – Te veel inlevingsvermogen? –
In het museum leunde ik met mijn handen op een mooi, oud bureau – eikenhout? – met een typemachine erop, zo’n oude zwarte die niet elektrisch was. Toen ik las van wie dat bureau was, haalde ik meteen mijn handen van de rand. Gadverdamme.
Zwarte hoge laarzen staarden me aan op het open terrein. Als ik mijn best deed, schreeuwde de eigenaar van deze laarzen me toe.
Maar de stilte daar schreeuwde harder. En ook het prikkeldraad. Ook stilte spreekt, zeg ik weleens.
Ontdek meer van Karin Ramaker.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.