267 woorden, 1 minuut leestijd.
Er moet altijd iemand beginnen, wil de rest volgen. Dat is wat ik zie. Degene die als eerste opstaat, krijgt de meeste kritiek over zich heen. En later? Dan wordt diegene vergeten, want de beweging die volgt is vaak zoveel groter, wijder en luider dan die ene kleine stem die de eerste stap zette – die simpelweg zijn idealen volgde.
Mensen zijn kuddedieren. Ze kijken eerst naar wat de ander doet, blijven stil, afwachtend, roerloos. Tot iemand opstaat en de rest in beweging brengt. Pas dan, als de roep luider wordt, als er meer volgen, voelen mensen zich zekerder – en sluiten ze zich aan.
Dat volgen heeft me altijd gefascineerd. Hoe komt het dat mensen in vergaderingen zwijgen als het spannend wordt, elkaar aankijken in plaats van te spreken – en pas achteraf, als het voorbij is, hun mond opentrekken?
Wat maakt dat je zwijgt wanneer alles in je schreeuwt om jouw stem, jouw kant van het verhaal? Er zijn altijd meerdere perspectieven, meerdere richtingen waarin een verhaal zich kan ontvouwen.
Ken je die momenten waarop je voelt dat iets niet klopt, dat er iets móét veranderen – maar je tegelijkertijd merkt dat de massa, de meerderheid, je baas of zelfs je vriendenkring er anders over denkt? Dan voel je je alleen. En dat is beangstigend. Want niemand wil het mikpunt zijn.
Je mening uiten is dan als je hoofd boven het maaiveld steken. Je wordt gezien. Maar juist in dat gezien worden schuilt de kans om iets te zeggen dat ertoe doet – om misschien, al is het maar een beetje, bij te dragen aan verandering. Aan bewustwording. Aan beweging.
Zondag 18 mei om 13.00 wees erbij, op het Malieveld in Den Haag.
Geef een reactie