191 woorden, 1 minuut leestijd.
Gisteren koos premier Dick Schoof ervoor “geen reactie te geven op de demonstratie” die in meerdere steden werd gehouden – een stilzwijgen dat opvalt, temeer omdat hij wél publiekelijk CIDI feliciteerde, een organisatie die algemeen wordt gezien als een uitgesproken pro-Israëlisch geluid in het Nederlandse debat.
Hoewel CIDI zich profileert als een informatiecentrum, wordt de stichting door critici regelmatig omschreven als de Nederlandse propaganda-arm van Israël. Dat maakt Schoofs felicitatie niet per se problematisch op zichzelf, maar het contrast met zijn stilzwijgen over een demonstratie waarin duizenden Nederlanders vreedzaam hun stem lieten horen, is veelzeggend.


Als premier van álle Nederlanders, rust op Schoof de verantwoordelijkheid om ook oog en oor te hebben voor onvrede binnen de samenleving – zeker wanneer die zich uit via demonstraties. Door deze stem op straat volledig te negeren, stuurt hij een krachtig, maar verontrustend signaal: dat sommige zorgen meer waard zijn dan andere.
Dat is kwalijk. Niet alleen omdat het de indruk wekt van een selectieve moraal, maar ook omdat het bijdraagt aan een groeiend wantrouwen in de overheid. Premier zijn betekent soms moeilijke evenwichten bewaren. Maar zwijgen – zeker als dat zwijgen selectief lijkt – is niet neutraal.
Maar wij, 100.000 mensen, waren gisteren daar, waar de stem hard en duidelijk klonk!
Geef een reactie