271 woorden, 1 minuut leestijd.
Ik zie uit mijn ooghoek iemand een tak van de druivenstruik naar beneden buigen en eraan trekken. Dan knalt de tak weer terug. En nog een keer. En nog een keer. Ik kan niet goed zien wat er gebeurt aan de andere kant van de schutting, dus ik loop naar buiten.
Als ik de schuttingdeur met een zwaai open, staat er een vrouw net een blad van de druivenstruik te trekken. Ze kijkt me lachend aan.
‘Ja, ik pak wat bladeren. Ik heb pijn aan mijn knie en die bladeren helpen mij.’
Ze gaat onverstoorbaar verder met bladeren van de struik trekken.
Ze staat op privéterrein en heeft niet gevraagd of ze überhaupt iets van onze boom mag pakken. Ze zegt wel dat ze pijn aan haar knie heeft. En ik, ik kom in zulke situaties meteen in conflict met mezelf. Vind ik het sneu en laat ik haar haar gang gaan, of vind ik dit belachelijk en stuur ik haar weg?
Ze zegt dat ze nog een beetje weghaalt en dan vertrekt. Daarmee stem ik in. Maar na een minuut of vijf is ze nog steeds bezig de struik kaal te plukken en begint er iets in mij te knagen, dus ik loop weer naar buiten.
‘Het is genoeg, hoor,’ zeg ik.
‘Genoeg? Nee,’ zegt ze, ‘ik heb nog niet genoeg. Ik heb het nodig voor mijn knie.’
Dat is natuurlijk heel vervelend, maar mijn boom wordt wel kaalgeplukt. Ik besluit toch voet bij stuk te houden. Ze druift af.
Ik zoek online op “druivenbladeren”. Ja, in de homeopathie zouden ze ontstekingsremmend zijn. Het is naast ontstekingsremmend blijkbaar ook ontremmend.
Geef een reactie