Karin Ramaker.

Als ik niet schrijf, denk ik aan schrijven.

  • Het was niet tijdelijk.

    199 woorden, 1 minuut leestijd.

    Het was geen hele intense vriendschap, hoewel ik er was toen ze jaren geleden met tranen in haar ogen haar verhaal deed. Het verwaterde zonder woorden. Niet met ruzie, niet met een botsing, maar juist door wat er uitbleef. Geen berichten meer, geen vragen, geen teken van betrokkenheid. En op een dag besefte ik: het was niet tijdelijk. Het was niet toeval. Het was een keuze. Niet de mijne, maar wel één die mij toch ergens raakte.

    Ze lijkt nu alleen nog maar te bewegen binnen een kleine, besloten cirkel. Alsof de buitenwereld haar teveel werd, of misschien gewoon overbodig. En blijkbaar stond ik daarbuiten. Niet dichtbij genoeg. Er was geen uitleg. Gewoon stilte. Het vreemde was dat ik me ondertussen wél afvroeg hoe het met haar ging.

    Ik bleef achter met vragen die ik nergens kwijt kon. Was het iets wat ik heb gedaan? Of juist niet gedaan? Maar de antwoorden kwamen niet, en misschien zouden ze dat ook nooit doen. Want sommige mensen sluiten deuren zonder dat ze dichtvallen met een klap. Ze draaien de deurknop gewoon langzaam dicht, zacht genoeg om het niet meteen te merken, maar vast genoeg om niet meer open te gaan.

    En zo verdween ik uit een leven waar ik ooit in zat. Geen woorden, geen drama. Bewust. Alleen een zwaai in het voorbij gaan. Misschien is dat nog wel het pijnlijkst: dat iemand je loslaat zonder het nodig te vinden je dat te zeggen. Het zij zo.

  • Aan de hand van foto’s.

    295 woorden, 2 minuten leestijd.

    Jaren geleden maakte ik gebruik van een gratis fotosite, een voorloper van Instagram, maar dan met de mogelijkheid om foto’s in grotere resolutie te uploaden en met meer aandacht voor de foto zelf. In die jaren, zo merkte ik, gaf ik daar zelf ook veel meer aandacht aan. Compositie, kleur, hoek, belichting. ‘Shoot from the hip’ a la lomografie. Ik kan zeggen dat fotografie een hobby was waar ik veel tijd in stak. Niet alleen doelbewust mijn camera mee, maar ook later, bij de nabewerking.

    Zo struinde ik door de oude tijd. Het begin van mijn zelfstandige werk, met heel veel trainingen, workshops en gastlessen over bloggen. Wat een tijd. Wat verdiende ik goed. Ook het organiseren deed ik op grote schaal. In de buurt maar ook landelijk. Blog-Art kwam op het NOS Journaal, in de kranten. Toen kwam de crisis. En een paar jaar later was bloggen er een beetje uit, ten minste, bij de corporate bedrijven.

    In een paar uur op een vrijdagmiddag voor een groep mensen staan en mijn uitleg doen en dan de energie proeven was een tijdelijke rush. Ik wilde meer schrijven.

    Ook de (grote) reizen die ik maakte kwamen tijdens het bekijken van de vele foto’s voorbij. Barcelona, Madrid, Rhodos, Berlijn, Brussel, Hamburg maar ook Mexico en China. A fine trip down memory lane.

    Het is bijzonder hoe beelden zoveel kunnen oproepen. Vroeger leek alles vanzelfsprekender — de inspiratie, de energie, de drang om te delen. Nu, jaren later, blader ik terug en voel ik het verschil. Ouder worden betekent ook anders kijken. Minder haast, meer besef. De wereld is veranderd, ik ben veranderd. Het is een andere tijd. Maar ergens, tussen die pixels en herinneringen, voel ik nog steeds dezelfde liefde voor het verhaal achter de foto.

  • Word wakker, Nederland – de wereld draait niet meer op fatsoen.

    417 woorden, 2 minuten leestijd.

    Ik snap echt niet waarom Nederland zo naïef blijft als het gaat om internationale afspraken en ethische regels. Alsof iedereen die regels vanzelfsprekend respecteert. Maar landen hebben belangen, geen vrienden. En bondgenoten? Die moet je niet alleen zo noemen, die moeten zich ook zo gedragen.

    Toen Trump voor de tweede keer aan de macht kwam, wist ik meteen: dit wordt anders. Geen samenwerking, geen gedeelde waarden. Alleen maar macht, ego, en chaos. En kijk nu om je heen: dat is precies wat hij brengt. Toch hoor je overal verbazing en ongeloof. We zijn allemaal, ik haat dat woord, geschokt.

    Hoogleraar Alain-Laurent Verbeke onderscheidt drie elementen die van belang zijn bij onderhandelingen: 1 onderlinge belangen van iedereen 2 juridisch kader 3 macht ‘Trump onderhandelt enkel vanuit macht. Dat is niet onderhandelen, dat is een dictaat’.

    — Buitenhof (@buitenhof.bsky.social) 20 april 2025 om 13:06

    Met zo iemand valt niet te praten. Een tiran die stampvoetend zijn zin willen doordrijven — daar kun je geen normaal gesprek mee voeren. Zo iemand vertel je pas, als hij is afgekoeld, dat het feest niet doorgaat. Niet vandaag, niet morgen, nooit. Maar hij laat het er niet bij zitten. Hij komt terug, bozer, radicaler, wraakzuchtiger. En precies dat zie je gebeuren in Amerika. Een man aan de macht die niets anders wil dan afrekenen.

    En hier in Nederland blijven we geloven dat de VS, ondanks alles, trouw zal blijven aan de NAVO-afspraken. Dat artikel 5 er gewoon is, als wij het ooit nodig hebben. Maar waarom zouden we dat nog denken? Omdat het ooit zo was? Omdat het ‘hoort’? Dat is geen strategie, dat is wensdenken.

    En die houding zie je niet alleen internationaal. In eigen land kijkt hij met dezelfde kille blik naar kwetsbare mensen. Mensen met een beperking, autisme, chronisch zieken, mensen die niet kunnen werken — ze zijn voor hem een kostenpost. Ze betalen geen belasting, dus tellen ze niet mee. In zijn wereld zijn ze waardeloos. Geen menselijkheid, geen solidariteit. Alleen maar ‘wat levert het op?’ Zo’n samenleving is niet alleen kil, die is gevaarlijk. Want als je de meest kwetsbaren afschrijft, wie is dan de volgende?

    De wereld draait niet meer op redelijkheid. De harde lijn wint. Dreigen werkt beter dan overleggen. En wij in Europa staan erbij en kijken ernaar. Als we niet oppassen, staan we er straks alleen voor. Dan moeten we kiezen: blijven we hopen dat Amerika bij zinnen komt, of bouwen we eindelijk onze eigen defensie, onze eigen ruggengraat?

    Naïviteit is geen beleid. Het is een uitnodiging voor misbruik.

    Nederland, word wakker. Die mooie praatjes van vroeger beschermen ons niet meer. We hebben leiders nodig met lef. Die niet wegduiken, maar vooruit durven kijken. Want als je jezelf niet serieus neemt, waarom zou iemand anders dat dan wel doen?

  • Een ode aan het kleine.

    485 woorden, 3 minuten leestijd.

    Er lijkt een stille wet te heersen in de wereld van verhalen: groots is belangrijk. Wat we kennen als ‘waardevol’ – of het nu een boek, een film, een schilderij of een levensverhaal is – wordt vaak bepaald door de omvang, het bereik, de naam erboven. Alsof betekenis alleen meetbaar is in meters, cijfers of impact op schaal. Wat niet groot is, verdwijnt uit beeld, omdat we het niet benoemen, niet op zoek gaan naar het verhaal erachter.

    Maar wat als het kleine juist het meest wezenlijke bevat?

    Onlangs verscheen er een bericht op de NOS: twee schilderijen in het Mauritshuis, jarenlang toegeschreven aan Rembrandt, blijken niet van de meester zelf te zijn. Ooit pronkten ze in de collectie als hoogtepunt – groots door de naam die erop rustte. Nu zijn ze ‘gedegradeerd’ tot werk van een ander. Of erger: tot minder belangrijk. Alsof de waarde ervan met de handtekening verdween.

    En dat roept iets op.

    Het doek zelf is immers niet veranderd. De kleuren zijn niet vervaagd, de expressie op het gezicht niet minder krachtig. Alleen onze blik is verschoven. Het kleine – want zo wordt het werk nu gezien – is niet meer wat het was toen het groot mocht heten. En toch is het nog steeds wat het altijd was: een zorgvuldig geschilderd portret, een moment gevangen in verf, een echo uit het verleden.

    We hebben het nodig, dat soort momenten. Momenten waarop het grote wankelt, zodat we weer kunnen kijken naar wat klein is – en toch betekenisvol. En het woord ‘klein’ is ook eigenlijk niet het juiste woord.

    Want in onze drang naar het grote – naar het verhaal dat ‘verkoopt’, naar de stem die de massa bereikt – raken we iets kwijt. De waarde van het minder bekende of het verborgen verhaal. De geschiedenis van de onbekende. De bijdrage van degenen die niet op de voorgrond traden, maar wel iets wezenlijks deden. De scènes die niet tot epische proporties opgeblazen hoeven worden, omdat ze op zichzelf al kloppen.

    Het is vreemd dat ‘klein’ in onze taal vaak samenvalt met ‘onbeduidend’. Alsof iets pas telt als het veel mensen bereikt. Alsof zichtbaarheid gelijkstaat aan betekenis.

    Een ode aan het kleine is daarom een ode aan het ongeziene, het ongehoorde. Aan de schilder die geen Rembrandt is, maar wel talent heeft. Aan het verhaal dat geen bestseller werd, maar iemands leven raakte. Aan de stemmen die niet boven de rest uitsteken, maar wel iets zeggen dat blijft hangen.

    Het kleine verhaal is niet minder. Het is alleen stiller. En misschien is dat precies wat we nodig hebben: de rust om beter te luisteren. De aandacht om scherper te kijken. De bereidheid om onze blik niet te laten sturen door grootte, maar door gelaagdheid. Door oprechtheid.

    Misschien verkoopt het kleine niet. Misschien ligt het achterin de boekenkast van een boekwinkel. (En die keus maakt ook de verkoper)

    Misschien kent (nog) niemand die naam.

    Maar het klopt. En dat is genoeg.

  • Liefde is… een puist uitknijpen op een vieze bank.

    357 woorden, 2 minuten leestijd.

    Er wordt veel geromantiseerd in dit leven. Zonsondergangen, champagne-ontbijtjes, handgeschreven liefdesbrieven die zogenaamd “spontaan” op je kussen liggen. Maar, de echte liefde, die zit niet in een boeket bloemen of een serenade. Die zit in iets veel minder elegant, bedacht ik toen ik richting station liep. Samen op een gammel, smerig parkbankje zitten en, zonder enige gêne, een puist op elkaars neus uitknijpen.

    Met je benen over die van hem heen, scheef voorovergebogen, het puntje van je tong net uit je mond in opperste concentratie. En dat allemaal op een plek waar je eigenlijk liever een tetanusprik zou halen dan vijf minuten zou willen doorbrengen. Dat is geen filmromantiek. Dat is biologie, vertrouwen en een soort alledaagse overgave die je pas snapt als je er middenin zit — of er met een grote boog omheen loopt, zoals die man die voor mij liep in het park. Die riep nog iets als: “Sommige uitingen van liefde, daar hoef ik niet bij te zijn!” En gelijk had ‘ie. Ik hoefde er ook niet bij te zijn.

    Als buitenstaander wilde ik er niet per se onderdeel van zijn. Het is het soort intimiteit waar geen bloemenwinkel een kaartje voor heeft. “Gefeliciteerd met jullie gedeelde mee-eter.” Bestaat niet.

    Maar goed, dat is misschien ook precies het punt. Liefde is niet per se groots of meeslepend. Het is vaak juist kneuterig. Een beetje lullig zelfs. Ze zaten daar. Geen gêne. Geen afkeer. Alleen maar… gemak. En misschien is dat dan de werkelijke liefde: niet de kriebels in je buik, maar het moment waarop je beseft dat je je nergens meer voor hoeft te schamen. Dat je gewoon, zonder op te kijken, kunt zeggen: “Blijf even stil zitten, je hebt er nog eentje.”

    Het is geen ansichtkaartmateriaal. Niemand maakt hier een Tiktok van die viraal gaat. Maar ergens, onder die viezigheid, zit misschien wel de enige liefde die écht werkt: de liefde die zich nergens iets van aantrekt. Ook niet van het feit dat jij er op dat moment toevallig langsloopt en je opeens geen honger meer hebt. Sommige uitingen van liefde zijn niet voor jou bedoeld. Je bent er ondertussen wel getuige van.

Privacyverklaring.

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten