Het is zo. Het is niet anders.
Er is geen toverstaf, geen toverspreuk, geen magische drank. Het lijkt op Halloween maar dan erger. Soms neemt een situatie een zeer onverwachte wending en heeft een actie grote gevolgen. Die gevolgen zijn er. Het is gebeurd. Niemand kan er wat aan doen.
Gisterenavond liepen er twee kleine kinderen over straat in zwarte kostuums. Ze probeerden mensen te laten schrikken. Ik schrok er niet van. Ik was dagen ervoor al genoeg geschrokken, daar kon niet veel meer bij. Bovendien wist ik dat de kostuums uit konden. Waarschijnlijk liepen die twee kinderen ’s avonds laat alweer naar huis met een zak vol snoep en bracht hun moeder hen naar bed en lagen de zwarte kleren in de badkamer op de grond bij de wasmand alsof er niets gebeurd was.
Ik las een blogpost van Cathelijne over ‘let it be‘ en ‘let it go‘. Verstandelijk begrijp ik helemaal wat er gezegd wordt. Als ik geen binding heb met een verhaal, een situatie of een gebeurtenis en enige afstand heb, begrijp ik volkomen hoe het werkt. Maar wat als je ineens middenin een situatie zit waarbij veel gebeurt, veel emotie speelt en men van de ene emotie overgaat in de andere? Als een op hol geslagen achtbaan? Dan probeer je grip te krijgen en wil je begrijpen wat er gebeurd is, hoe het gebeurd is, waarom het gebeurd is en wat je eraan kan doen. En ja, dan realiseer je je dat je niet op alle vragen antwoord krijgt en dat je niets kunt doen. Het is gebeurd. Het is zo. ‘De tijd zal het leren.’
Momenteel knokt er een lief, klein neefje van net vier maanden voor wat ie waard is. Voor zijn hartoperatie was hij een energiek, enthousiast mannetje dat de hele dag aanstond, totdat hij, door zijn hartkwaal, weer moe werd en ging slapen. Het is nu andersom; hij ligt aan allerlei slangen en elektroden in een klein bedje op de IC en kan zijn ene arm en been niet meer bewegen. Onstabiel en wankel. Fragiel.
Hij is nog suffig van de dosis morfine, zijn borst heeft een rode streep van een enorm litteken en hij opent heel af en toe zijn ogen en knijpt met zijn rechterhand in je vinger om toch te laten weten dat hij je hoort. Ik zal je de waslijst met complicaties maar besparen. Het is zo. Het is gebeurd.
De wereld draait iets trager als slecht nieuws zich ophoopt. Ik vraag me af of die berg niet hoger kan en jawel hoor, die kan blijkbaar nog hoger. Ik irriteer me aan futiliteiten. Een meisje dat moppert dat ze haar mascara niet bij heeft als ik mezelf vervoer in de tram naar mijn werk. Ik ben boos. Zeker als die klojo met zijn smerige modderpoten op de bank zit en zijn voeten weghaalt. ‘Denk je nou echt dat ik hier ga zitten?!’
Ik probeer te steunen want er zitten ouders in zak en as. In stilte zitten en voor ons uit staren en huilen. En ondertussen werk ik gewoon door want de wereld draait door en ik probeer alles toch in perspectief te zien. Want het is zo. Het is gebeurd. Hij blijft mijn lieve, kleine neefje met dezelfde kromme pinken, daar verandert niets aan.
De vooruitzichten? Elke dag is er een. Het moment is nu. Kleine stapjes, hopelijk vooruit. Geduld. Wachten en nog eens wachten. Afwachten.
Het is gebeurd. Het is zo.
Het is dinsdag, de dag dat er een foto gemaakt wordt. De afgelopen dagen ging mijn hartslag door het dak en weer terug, waren er vrienden die me een hart onder de riem staken en meeleefden en dit nog steeds doen. Hartverwarmend. Ze leven mee met mijn lieve kleine neefje die ze niet kennen maar door mijn verhalen leren kennen. Want ondanks alle tegenslagen is en blijft hij dat lieve, kleine neefje, daar verandert niets aan. Het leven is teer en broos, zei ik tegen mijn broer vorige week. Maar tegelijkertijd is het veerkrachtig. Vorige week woensdag was alles kritiek, daarna ging het gematigd beter en was ik onderweg naar het ziekenhuis. Er lag een hart op de grond met daarop geschreven: LOVE. Daar nam ik een foto van, onscherp maar duidelijk genoeg. Een paar dagen later, op zondag, stond ik bij de tram te wachten onderweg naar het ziekenhuis en vond ik er weer een. Toen kwam er ineens weer slecht nieuws. Gisterenmiddag liep ik in Voorburg en vond ik er weer een maar ik moest mijn tram halen.
Ik durf te zweren dat ik er vandaag weer een vind, en als ik er een vind, plaats ik het erbij.