Dat ik het recht heb op het slot op mijn dagboek.

Elf jaar was ik en had net mijn verkeersexamen achter de rug. Ik was er erg zenuwachtig voor geweest, kan ik me nog herinneren. Ik wist ook dat als ik thuis zou komen er op mij een geweldig cadeau lag te wachten. Net zo’n cadeau als Anne Frank, want ik was helemaal ‘into‘ Anne. Anne was voor mij een voorbeeld van een leeftijdgenote die er op los schreef. Over alles dat een mensenkind meemaakte. Alleen was er hier geen oorlog en had ik gewoon mijn fietsexamen gedaan. Toen ik thuiskwam lag er een groen dagboek op mij te wachten. Met een goudkleurige slotje. Het was de bedoeling dat niemand, niemand ook maar iets zou lezen.

Ik was inmiddels twaalf en stond op het punt de basisschool in te ruilen voor een onveilige middelbare school aan de andere kant van de stad waar ik in een klas zou plaatsnemen waar ik niemand kende. Ik vond van alles van heel veel klasgenoten, leraren en de school, de weg erheen en de weg terug naar huis. Ik legde mijn hart op een zogenaamd tafelblad en kerfde erin. Het was alleen afgedekt met een tafelkleed en hoefde niet door iedereen gelezen te worden.

Dat was mijn bestaansrecht. Het recht om te leven, op te vallen maar ook om te zwijgen en te verdwijnen.

Jaren later rookte ik mijn eerste shaggie, verstopte de overgebleven shag in mijn dagboek, draaide het slotje om en bewaarde het in mijn bureaula. De shag was niet te pruimen en ik rookte er maar twee maar daar ging het niet om. Het ging om volwassen worden, verliefdheden toegeven aan mijn zwijgende vriend en stiekem dromen over toekomstige gecreëerde herinneringen. Het is nu eenmaal zo, de mens is zo open als hij durft te zijn, of het nu fijn is of niet, prettig is of niet, makkelijk is of niet. Maar het was altijd zo fijn om de dagelijkse soap opera op te bergen in een boek met bewaarde kaarten, brieven en andere dingen die ik wilde bewaren maar niet persé aan iedereen hoefde te laten zien. Ze waren en bleven van mij, of het nu geheimen waren of niet.

Dat is het dus. Dat ik zelf bepaal.

 

Steven Gort uitte zijn zorgen. Grote zorgen, zo zei hij zelf.

‘Ik maak me zorgen. Gróte zorgen. Over de ethische vraagstukken rondom data. Gegevens. Informatie. En wat dies meer zij. Ik werk dagelijks met data. Gegevens. Informatie. Het is mijn vak. Mijn deskundigheid. Autodidact.
Geen wet of politiek. Geen bestuurder of CEO. Niemand. Helemaal niemand! Gaat jouw en mijn privacy waarborgen. Hoe hard men dat ook roept. Beloofd. Verantwoord.’

Ik reageerde:

‘Het enge eraan vind ik dat ik me overgeleverd voel. Aan alles dat groter is dan ik en mij vertelt dat het écht beter is zo. Het zou alles namelijk zo vergemakkelijken. Voor iedereen. Ook voor mij. En ik vind het eng dat mensen de schouders ophalen. Om het vertrouwen. Omdat alles dat groter is dan ons wel goed met alles om zal springen en ik wantrouwend ben.
Ik lees momenteel The Circle en worstel me er doorheen omdat het boek zo oppervlakkig de personages neerzet.’

Medische dossiers. Re-directen. Gekoppelde sites. Mijn OV Chipkaart. Facebook. Zorgverzekeringen. Camera’s. Reclame die opduikt in mijn Gmail. Heartbleed. Open Wi-Fi. Bluetrace. Drones. Whatsapp. …

‘Mijn privacygegevens worden in ‘het dagboek’ opgeslagen van een groot log bedrijf. Zij hebben die sleutel in handen! En die sleutel lenen ze af en toe aan mij uit! Waarom mag ik die sleutel niet hebben? Waarom is het dagboek niet van mij?’ haakte Marco erop in. ‘En krijg ik elke keer een melding als ik dat sleuteltje nodig heb om mijn dagboek in te kijken?’

Transparantie. Ik lach er om. Waarom wordt er van mij totale transparantie verwacht als hetzelfde grote, logge bedrijf zelf niet het goede voorbeeld geeft. Of, is het zo dat men juist dit slotje van hun eigen dagboek verborgen houdt van de rest van de wereld?

Je blog dan?

Net als Twitter bepaal ik zelf wat ik online zet. En vooral wat niet. Er is veel wat niet gepubliceerd wordt. Meer niet dan wel. Dat bepaal ik zelf. Weloverwogen. Dat is mijn recht. Mijn bescherming. Mijn dagboek zit hier, in mijn hart en hoofd, waar niemand bij kan. De privacy die we nu ervaren is anders dan voorheen. Het begon met de veiligheid waarborgen maar ondertussen vliegt het (letterlijk) alle kanten op. Hoe ik me voel? Als ik me bekeken voel in de tram als ik een keer zonder mijn hand voor mijn mond zit te geeuwen? Als ik nietsvermoedend door het centrum loop? Meestal deert het me inderdaad niet, maar daar gaat het ook helemaal niet om. Het gaat om het recht jezelf te zijn en wie je bent en daar is privacy een wezenlijk onderdeel van.

photo by Herry Lawford.

‘Change is gonna come’.

change

Het was wat ik me afvroeg; als iets op een dood spoor zit, of dreigt af te sterven dan zijn er, heel zwart/wit gezegd twee dingen die je kunt (denken) en doen, in een kramp schieten en in paniek er alles aan proberen te doen hetzelfde te behouden of even stilstaan, nadenken over een nieuw plan? Zoals Peter Blok in een reactie bij De Nieuwe Reporter al aangeeft:

‘Ik denk dat we in een overgangsfase zitten van de journalist als werknemer (en een werkgever die de eigenaar is van zijn producten) naar een journalist als eigenaar van zijn artikelen. We hebben alleen nog geen (arbeids-)model gevonden dat hier goed op aansluit. Dit vraagt om creatieve ideeën buiten de geijkte paden zoals CAO’s, vakbonden. Een ware uitdaging voor de journalistiek!’

Interessant vind ik dat.

Het einde van de uitgevers? Blendle live op kosten van de freelancer Oude wijn in nieuwe zakken De iTunes van de journalistiek Jij bent opdrachtgever, wij (the post online) opdrachtnemer’.

Van hetzelfde.

tone of voice

Natuurlijk. Ik kan het best begrijpen dat je zoekt naar een zekere vorm als je pas bent gaan bloggen of wilt gaan bloggen. De vorm, de stijl, de toon is de helft van je bezorgpost. Bezorgpost? Ja, zoals je zelf jouw pakketje afgeeft dat vervolgens mee gaat met de pakketdienst en netjes wordt bezorgd bij de begunstigde. De andere helft is de inhoud; wat je wilt melden aan je lezer of mee wilt geven.

We kijken altijd naar wat werkt. Maar werkt dat altijd en werkt dat bij jou?

Soms werkt de formule ook uit. Of blijkt de formule niet op jou van toepassing te zijn omdat jij simpelweg een andere ‘tone of voice‘ hebt dan je buurman. Wat bedoel ik met ‘tone of voice‘? Het smoelwerk, je identiteit. Wat is jouw toon dan? Hoe kom je erachter? Wat wil je precies melden op welke manier? Is de toon van je blog net zoals de toon die je hebt offline in een gesprek? Het is natuurlijk vreemd als dat niet overeenkomt.

Het is een beetje gek, ik surfte langs wat blogs afgelopen weekend op zoek naar lekker leesmateriaal. Weer peinzend of ik niet een blogroll zou plaatsen ergens, of op mijn blog, ging ik langs een paar interessante blogs die ik voorheen las of pas geleden ontdekt had. Ik las er een, toen nog een en vervolgens klikte ik op een url voor een nieuwe blog en tot mijn verbazing en lichtelijke teleurstelling ontdekte ik … hetzelfde.

Hetzelfde ~ precies zoals iets of iemand anders, idem, niet anders, gelijk, ‘dat komt op hetzelfde neer’.

Nou, da’s even jammer! dacht ik. Als ik blogs wil lezen dan wil ik juist niet telkens hetzelfde lezen. Ik bedoel niet dezelfde inhoud, zoals alle nieuwsmedia dezelfde ANP berichten overneemt, maar de toon van het stuk, de manier waarop een blog is opgebouwd, de maniertjes, de manier waarop het gesprek begint en eindigt.

Hetzelfde is te doorzichtig. Dat is hetzelfde als de mode, de trends nadoen, coveren.

Ik kan me namelijk niet voorstellen dat je allemaal op precies dezelfde manier een gesprek voert, je hand op dezelfde manier op tafel legt of dezelfde bewegingen maakt om je punt te verduidelijken. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat je dezelfde intonatie legt, stil bent op dezelfde momenten en op precies dezelfde manier je punt maakt met precies dezelfde vlijmscherpe mes die je uit je keukenla hebt gehaald.

En terwijl ik dit zit weg te tikken hoor ik in mijn oordoppen het liedje van Emeli Sandé:

‘Yeah we’re all wonderful, wonderful people, so when did we all get so fearful? Now we’re finally finding our voices so take a chance, come help me sing this’

Het tegenovergestelde van hetzelfde is onderscheid. Het grote voordeel van onderscheid is dat je de concurrentie tegengaat, dat je opvalt en dus aandacht krijgt. De juiste aandacht. Aandacht voor jouw werk, jouw blauwprint, jouw waarden.

Het is merkbaar, er groeien steeds meer blog pro’s als paddestoelen uit de grond, en dat is wel even wat anders dan een paar jaar geleden toen ik net begon met blogadviezen geven en workshops verzorgen. Het was een behoorlijke unieke positie die ik had. Maar, hierover nadenkend, ga vooral door met hetzelfde doen. Doe dat gewoon, vergeet wat ik hierboven vertelde, gewoon doorgaan! Helemaal top! Echt! Niets meer aan doen!

Vrij. Om te schrijven en de lading over je heen te krijgen.

nuance

Ik ga de link hier niet plaatsen. Het was nogal een berg hoogdravendheid wat ik gisteren, via een conversatie en een doorverwijzende link op twitter, las. Waarschijnlijk dacht de schrijver, jeuj, ik ben nieuw en mag op dit platform bloggen en laat ik nou meteen eens flink met de deur in huis vallen. Het doet het namelijk altijd goed, flink je mening geven over een bepaald hot item en als je het dan een beetje extra aandikt kun je wellicht veel views verwachten. Een stukje ‘bad publicity is good publicity‘. En toch ook een schouder misschien, maar die schouder was ver te zoeken of niet breed genoeg. De blogger in kwestie was op zoek naar gelijkgestemden maar kreeg de tegenpolen op haar dak.

Terwijl iedereen zich erover heen stortte en het walgelijk vond, vond ik het vooral verdrietig en hoopte ik nog steeds dat het een grapje was.

Vandaag viel ook de beurt aan Yvonne Kroonenberg. Iets met primitieve mensen en geschoolde mensen die moeilijke dingen leren en klassieke muziek luisteren. ‘Iedereen noemt zich ook maar mens tegenwoordig.’ verzuchtte ze.

Was het niet een soort grapje? vroeg ik me af. Kon het misschien zo zijn dat iemand een grapje had gemaakt? Mag het (alsjeblieft) een grapje zijn? Als het een cabaretiër was geweest hadden we gehuild van het lachen.

Gisteren blogde ik over vrijheid van schrijven. Het kan zomaar ineens zo zijn dat je in de schijnwerpers staat waar je, voordat je begon met je verhaal, niet over nagedacht had. Het voordeel van lompe directheid zonder enige nuance is dat je wel meteen duidelijk hebt wat de ander ergens van vindt en hoe hij is. Laten we er vooral ook de voordelen van inzien.

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten