565 woorden, 3 minuten leestijd.
Veel mensen stellen aan het eind van het jaar een lijstje samen van hun favoriete muziek, boeken, films, podcasts, enzovoort. Ik had het afgelopen jaar veel gelezen (Anton de Kom, Annie Ernaux, Tove Ditlevsen, Marguerite Duras, Caro van Thuyne, Wim Brands, Adriaan van Dis en Chantal Akerman, om er een paar te noemen).
Het fijne van jarig zijn in december is dat je met nieuwe boekenbonnen en cadeaubonnen – én nieuwe boeken – het nieuwe jaar meteen lezend kunt beginnen. Daarom stel ik een nieuwjaarslijst samen van de boeken die ik in 2025 lees of wil lezen.
Op mijn stapel / Ik lees nu:
- Joris van Casteren – De mensheid zal nog van mij horen
- Rebecca Solnit – Wiens verhaal is dit?
- Stephanie Biesheuvel – Het verraad van de Jordaan
- Tommy Wieringa – Nirwana
Ik ga aanschaffen:
- Lara Taveirne – Wolf
- Anja Meulenbelt – Alle moeders werken al
- Annie Ernaux – De schaamte
- Navalny – De patriot
- Marja Pruis – Huiswerk
- Monique Thoonsen en Marijenne van der Gaag – Wiebelen en friemelen voor mensen met een verstandelijke beperking

De dikke pil van Joris van Casteren kreeg ik voor mijn verjaardag. Ik ben fan van zijn boeken, maar dit werk is wat anders dan zijn eerdere werk. Hij laat de stemmen uit een dagboekarchief spreken. Dat doet hij op zijn eigen, droge en observerende manier, maar de tussenstukken waarin hij meer uitlegt over zijn onderzoek en omgeving hadden van mij geschrapt mogen worden. Het verhaal is bovendien versnipperd: Eva de Koning gaat over in een hoofdstuk van Wim de Vries, en andere vertellers komen ook aan bod, waardoor ik telkens moet schakelen. Deze kritiek werd ook geuit op het boekenblog Tzum, waar iemand (ene Jaap van Zweden) het componeren van een muziekstuk als metafoor gebruikte. De schrijver zou de dirigent zijn, of iets dergelijks.
Ik hou van boeken met cadans en vloeiendheid. Toch is het ontzettend fascinerend om al die onbekende dagboekschrijvers te leren kennen. Van Casteren blijft ook hier dezelfde schrijver: droog en scherp observerend.
Rebecca Solnit’s Wiens verhaal is dit? (ik kende haar al van Mannen leggen me altijd alles uit en Hoop in het donker) had ik al aangeschaft. Dit boek vormt een tegenhanger van de roman. Solnit is scherp in haar analyses over wat er in de wereld gebeurt en onderzoekt thema’s als macht versus kennis, seksualiteit en kapitalisme, egoïsme en kunst. Welke veranderingen doen zich voor in de positie van vrouwen (#MeToo), politiek en activisme? En vooral: wie mogen de verhalen van onze tijd vertellen? Dit boek lees ik in kleine stukjes, omdat het kan.
De podcast van Stephanie Biesheuvel kende ik al, omdat Marco Raaphorst – mijn vriend – de podcast heeft geëdit. Ik kreeg het boek voor mijn verjaardag. Het biedt een uitgebreider beeld van een NSB-familie die jarenlang zweeg na de oorlog, totdat een nieuwsgierige nazaat de stilte doorbreekt. Sommige dingen meenemen in je graf lukt niet altijd. Dat heb ik ook ervaren. Dit boek zal ik in het nieuwe jaar lezen.

Van mijn werk kreeg ik Nirwana van Tommy Wieringa. Tot dat moment had ik nog niets van deze schrijver gelezen. Op de een of andere manier gaan sommige schrijvers aan me voorbij (Peter Buwalda bijvoorbeeld ook). Maar, zo verzekerde de moeder van de kinderen voor wie ik werk, dit boek gaat over iemand die in archieven duikt. Echt iets voor mij dus!
Ik geloof dat ik, op het gebied van goede leesvoornemens, goed gebeiteld zit.