Kleine opmerkingen, kleine details, kleine dingen die niet klopten. Waar legde ik mijn verhaal dan neer?
Er waren plasonderbroeken. Buikpijnen. Waterschoenen die gedragen werden in de winter. Te kleine jassen. Vertrokken gezichten. Eigenlijk moest je haar altijd naar huis sturen; ze bleef totdat ik de lichten uitdeed en de deur op slot maakte. Altijd alleen naar huis, ook al deden meer kinderen dat. Moeilijk contact met de vader, moeder afwezig en niet capabel een kind op te voeden, dus volledige toezicht van de vader. Kinderen die vertelden dat zij regelmatig tot ’s avonds laat buiten liep en wachtte voor een gesloten deur, ook in de winter. Ernstige blikken. Een kind dat geen kind mocht zijn. Details, kleine dingen die niet klopten. Ik kaartte het nogmaals aan bij mijn leidinggevende. Het zou allemaal wel meevallen. Wat moet een leidster dan?
Mijn gevoel was zo sterk dat ik op een ochtend, met een diepe zucht en trillende handen, het nummer belde van het AMK. (Advies en Meldpunt Kindermishandeling.) Ik had een lijstje voor me liggen met al deze kleine details. Plotseling zag ik dat al deze kleine details grote lijnen vormden.
Later kreeg ik te horen dat ik niet de enige was die het AMK gebeld had. Ook de huisarts, school en buren hadden een melding gemaakt. Dat werd me, off the record, gemeld. Ik heb een gesprek gevoerd met de vader en hij beloofde beter voor zijn kind te zorgen. Hij had het moeilijk, zei hij.
En toen, op een dag, kwam het springerige meisje niet meer naar de opvang. Ze was verdwenen. Meegenomen door haar vader naar het buitenland. …
[Foto gemaakt door Karin Ramaker.]