Door de blogrevival ben ik weer meer aan het reageren geslagen. Dat reageren is iets waaraan menig blogger zich irriteert dan wel druk maakt. Ook ik heb me in het begin, toen de reacties daalden, er druk om gemaakt. Wat vertelde dat eigenlijk? Was het niet langer meer interessant?
Nee, het komt door de snelheid waarmee andere social media middelen als paddestoelen uit de grond komen trippend op harddrugs. Het gaat zo snel dat men blijkbaar geen zin meer heeft in een uitgebreid antwoord, gedachtenwisseling of vraag of zelfs een pittige discussie in een reactiebox. Zonde, ik kan me namelijk nog een tijd herinneren waarbij reacties cruciaal waren. Mindblowing. Raak. Ja, ook irritant of vervelend, maar desalniettemin, ze waren er!
Een publiek dat lurkt maar niet reageert is een spookpubliek. Je weet dat je bekeken en gelezen wordt maar men houdt hun mond. Ergens is dat best wel bizar, terwijl men zich jaren geleden nog erg druk maakte om reacties of het feit dat door een bepaald blogstukje de reacties uitgelokt konden worden. En je schrok dan soms zelfs ook nog dat je buurvrouw gewoon reageerde. Of je ex vriend. Of een stalker die zich publiekelijk bekend maakte, maar hij (in mijn geval een zij) maakte zich in ieder geval nog bekend!
Een reactie plempt men nu voornamelijk op twitter. ‘Leuk stukje, K!’ ‘Ja, dat herken ik ook.’ Of men ‘like’ t het op Facebook. Tja, de sociale media in de tweede versnelling. Wat doe je eraan? Een blogrevival ja. Een soort reminder. Een spiegel die voorgehouden wordt. We waren toch ooit eens met z’n allen bijna aan het klieken bij elkaar en wat vonden we dat leerzaam, boeiend, blaaskakerig of grofweg idioot, maar ze werden wél geplempt, lieve mensen!
Ik zou er een lurkweek aan willen koppelen, Esther, zodat men, als ze alsnog niet willen reageren even snel zwaaiend weggaan. ‘Doeii!’