“Show kindness whenever possible. Show it to the people in front of you, the people coming up behind you, and the people with whom you are running neck and neck. It will vastly improve the quality of your own life, the lives of others, and the state of the world.”– Ann Patchett.
Tag: boek
-
-
De roman Een uur en achttien minuten is geschreven door Peter Zantingh (1983). Zijn debuut. In West- Friesland komt zelfmoord drie keer zoveel voor als elders in Nederland. Zo begint de achterflap. En het boek gaat dus over zelfmoord. Ik besloot Peter Zantingh wat vragen te stellen. Het boek roept namelijk vragen op.
‘Hoe ben je dit verhaal ‘aangegaan’? Wat was de aanleiding?’
‘Mijn eerste idee was het verhaal van een jongen die vertrekt uit het dorp waar hij opgegroeid is, en daar moeite mee heeft, maar daar desondanks in slaagt en juist dan alsnog terug moet omdat een van zijn jeugdvrienden dood gaat. Daar liep ik al een paar jaar mee. Dat vond ik een interessant vertrekpunt. Later, toen ik het idee ging uitschrijven, verzon ik dat de doodsoorzaak zelfmoord zou zijn, omdat dat veel voorkomt in West-Friesland, waar ik zelf ook opgegroeid ben en dus de cultuur van ken. Zo viel het verhaal op z’n plek.’
Een vriendengroep voetballiefhebbers in hun jonge jaren, wonende in West-Friesland met wijd uitgestrekte velden, bier, schuurfeesten en meisjes, leeft met elkaar doordat zij dezelfde interesses hebben en elkaar al lang kennen. Toch kennen zij elkaar blijkbaar niet heel erg goed. Tot die constatering komt Johan als zijn vriend Joey zelfmoord pleegt en hij vanuit zijn nieuwe stad Utrecht terugreist naar zijn geboorteplaats om naar de begrafenis te gaan.
Zantingh omschrijft op poëtische wijze de week voorafgaand aan de begrafenis. Het beklemmende gevoel pakt je bij de strot. Je zou waarschijnlijk niet zo snel een boek aanschaffen dat gaat over het taboe-onderwerp zelfmoord en al zeker niet om eens ‘gezellig’ te gaan lezen, maar het boek is gelukkig ook weer niet zo zwaar; er is voldoende afwisseling tussen de ernst van de hele situatie, de beklemmende gedachten van Johan en hoe het leven gewoon doorgaat.
Er is een stuk in het boek dat me ongeduldig maakt. Het begint bij Woensdag; het midden van de week. Er zijn veel herinneringen die worden opgehaald door Johan, terwijl je je steeds meer gaat afvragen waarom Joey tot zijn daad is gekomen en wat er zich voorafgaand heeft afgespeeld en in hoeverre zijn andere vrienden ervan wisten. De vragen zorgen er bij mij voor dat ik ongeduldig word en wil verder bladeren, maar omdat de vorm van de zinnen nergens saai wordt blijf ik lezen; het is ten slotte een reconstructie van een belangrijke week.
Ik koop een boek op basis van goeie titel en treffende kaft. De eerste bladzijde moet kloppen; me vastgrijpen zodat ik nog een bladzijde wil lezen. Sommige boeken hebben een trage inleiding, waardoor ik het boek weer weg leg. Omdat je van te voren al weet dat het een tragisch onderwerp is, lees je al snel door de eerste bladzijde heen.
‘Je boek heet Een uur en achttien minuten. Het is een zin dat onderdeel uitmaakt van een alinea in je boek. Zelf vond ik het in het begin lastig die titel te onthouden. Wat heeft je doen besluiten die titel te gebruiken?’
‘Ik vond het mooi om de tijd / afstand tussen het oude en het nieuwe leven van Johan, tussen waar hij vandaan komt en waar zijn toekomst ligt, zo uit te drukken. Het is een totaal andere wereld, maar uiteindelijk is het, steeds als hij van de ene naar de andere plek reist, gewoon een uur en achttien minuten wachten.’
‘De radio brengt een gesprek over Barack Obama. En Joey is dood.’
In een zin schetst Zantingh de bizarre werkelijkheid dat leven heet. Terwijl de ene overlijdt, wordt er ergens anders een kind geboren en worden er verjaardagen gevierd. Vreugde en lijden ligt dicht bij elkaar. Hoe men in zo’n situatie met elkaar omgaat ook. De ene persoon gaat gewoon door en sluit het hoofdstuk en de ander graaft alleen maar meer en wil erover praten, verwerken, snappen. Men praat niet met elkaar in het boek. Ook al ben je al zo lang vrienden, deze situatie zorgt ervoor dat de term vriendschap nog eens onder de loep genomen wordt.
Op vrijdag kan niemand er meer onderuit. Het is de definitieve afscheidsdatum en zit iedereen bij elkaar. Er worden programmaboekjes uitgedeeld, de muziek is geselecteerd en Joey wordt in een kist binnengebracht. Er zullen een paar vrienden spreken. Pas dan wordt duidelijk waarom zwijgen niet helpt. Nooit helpt.
‘Ik kreeg het gevoel, gedurende het boek, dat Joey gevoelens had voor Johan. Klopt dit?’
‘Of iets ‘klopt’ of niet; tja, misschien flauw, maar ik laat dat wel aan de lezer. Ook waarom Joey zelfmoord pleegde, schrijf ik niet expliciet op. Ik vertel namelijk geen verhaal die de vraag ‘waarom pleegt een jong iemand zelfmoord’ beantwoordt, maar een waarin de achtergebleven jongens die vraag proberen te beantwoorden. Veel laat ik bewust tussen de regels liggen, omdat ook de nabestaanden niet overal een antwoord op krijgen, of elk hun eigen antwoord kiezen.
Ik kan je wel zeggen dat ik nog van geen enkele andere lezer heb gehoord dat ze dachten dat Joey gevoelens had voor Johan.’Joey vraagt meerdere malen wanneer Johan weer terugkomt, naar West-Friesland. Bij zijn vrienden. Hij vraagt het vaak. De toon die Joey zet gaf mij het gevoel dat hij Johan miste. Niet zomaar miste. Ik vond het een mooie verwerking in het verhaal.
Deze blogpost verscheen ook bij Hofstijl.
-
“If you don’t know where you’re going, any road will take you there.” –Cheshire Cat, Alice in Wonderland.
Chris Guillebeau schreef het boek The Art of Non Conformity, for life, work and travel. Hij wijst ons erop dat we vooral moeten (zouden moeten) zoeken naar ideeën en uitwerkingen van die ideeën zodat we gelukkiger worden. Vooral niet bezig zijn met de maatstaven van gevestigde orde. Do It Yourself, geen vastomlijnde regels want die zijn er om gebroken te worden. Ook heeft hij het over de Not To Do list, een lijst die je maakt van taken die je weerhouden van andere taken die je wel graag zou willen doen. Als je die weggooit, streep je het ook van je lijst. Wat je zou moeten doen (van jezelf) is lang niet altijd wat je uiteindelijk zou willen. En vooral het zelfstandig ondernemerschap zorgt er bij hem voor dat hij de absolute vrijheid geniet en wil vasthouden. Het is hem dierbaar.
Goed werk leveren is een ding. Geweldig werk leveren is ultiem. En opmerkelijk werk leveren staat samen met weerstand, kritiek en mensen die je ideeën uitlachen. En daarom is het vaak juist geweldig werk. Het zorgt voor dynamiek, kracht en uiteindelijk zelfs verandering. En met deze laatste alinea sluit ik deze blogpost af. Toen ik gisteren in een troosteloos Zaandams cafeetje zat met een tweede kop koffie en deze zinnen las snapte ik het ineens. Geweldig werk leveren is vechten. Maar uiteindelijk vecht je voor verandering. Omdat het nodig is.
‘Many remarkable people deal with depression and anxiety all the time because they see the world differently than average people do. Their own failures and perceived failures are magnified. When others say, “Don’t worry about it,” they can’t understand why someone would think something like that.’
Lees hier de rest van de blogpost ‘what it takes to be remarkable.’
-
Dat een acteur je vertelt, notabene terwijl je aan het douchen bent, dat je altijd zo positief overkomt. Niet de minst of geringste acteur kan ik je meedelen. George Clooney. Je leest het goed. George. Clooney.
Hoe het precies tot stand kwam weet ik niet maar ik nam een douche en waste mijn haren. Naast me kwam George Clooney staan, in maatpak. Zwart met wit overhemd. Hij was nergens in geïnteresseerd behalve mij meedelen dat ik toch altijd best positief overkwam. Leuk om te horen maar ik was het er niet helemaal mee eens. Ik kon soms best een potje klagen. Dat vertelde ik hem ook. ‘Nou…’
‘Gevaar is dat sommige mensen me …’ Ik zocht het juiste woord. ‘Naïef?’ vulde hij aan. Ik knikte naar George Clooney. Dat was het. Mensen zouden kunnen denken of vinden dat ik soms naïef overkom. Misschien was ik daar ook weleens bang voor, omdat ik niet naïef ben. Verre van zelfs. Het is alleen dat ik geloof in mijn eigen intuïtie. En zeker weten dat iets goed komt, zonder duidelijke meetbare bewijzen.
Verder was George best een aardige kerel hoor. Ik weet ook niet meer waar hij naartoe ging of waar hij überhaupt vandaan kwam en waar ik stond te douchen en waarom maar voor zo’n kort gesprekje was hij best oké. …
‘As you get older and ease your way into being a character actor you have to be comfortable with where you are in life and career, and I’m very comfortable with what I’m doing – working on projects I’m proud of.’ — George Clooney.
Intuïtie is een sterk gevoel van zeker weten. Het lijkt op een stemmetje dat veel eerder dan jij zelf zegt dat iets een goede weg is of dat je juist iets maar niet moet doen. Volwassenen zijn helaas verleerd naar die stem te luisteren en maken rationele beslissingen die soms niet goed uitpakken. Er zijn situaties waarin je gewoon zeker weet, zonder duidelijke bewijzen, dat iets niet klopt, iets niet oké voelt of juist wel. In het boek Opkrabbelen vertel ik daarover.
-
‘Je gaat nu luisteren. Je houdt nu op met praten en je luistert naar me!’
Ik liep de hoek om van een klein, smal gangetje waar gegeten kon worden in een gezellig restaurantje in hartje Amsterdam. Er stond een lange man tegen de muur met in zijn ene hand een mobiel tegen zijn oor gedrukt en zijn andere hand wreef verwoed door zijn haar. Op de een of andere manier trok die hand in het haar de aandacht.
Hij leek woest en paniekerig tegelijkertijd. Alsof de tijd voorttikte en hij niets kon doen dan alleen maar praten en sturen met zijn woorden. Het is verschrikkelijk als iemand die je liefhebt in de penarie zit en de ander belt om hulp en je bent niet snel genoeg daar. En zo voelde het ook; zijn stem klonk paniekerig.
Ik heb een mechanisme, als er paniek uitbreekt, om kalm te worden en de situatie heel snel te overzien zodat ik ook snel weet wat mij te wachten staat of wat ik kan doen. Ik handel snel, adequaat en blijf rustig en kalm. Als andere mensen in totale paniek raken wil ik eigenlijk weg maar ik weet dat ik niet weg kan lopen dus is het enige wat mij te doen staat; kalmte. Kalm en rustig. Twee mensen in paniek, da’s ongeveer het meest desastreuze wat jij je kunt voorstellen.
Ooit heb ik geroepen, toen ik zelf even niet meer wist waar voor of achter was, of degene bij me, mij kon opvangen. ‘Ga jij me dan dragen?!’ riep ik in paniek uit. Dat was namelijk het enige wat ik wilde weten. Of ik gedragen werd als ik niet sterk genoeg zou zijn.
De man liep heen en weer. Hij bleef maar wrijven met zijn hand over zijn voorhoofd en haar en zuchtte voordat hij krachtig herhaalde:
‘Luister naar me! Je stopt nu met praten. Je houdt nu op! Je praat niet meer met … Je zorgt dat je … en je …’
Ik hoorde de rest niet meer. We gingen eten.
‘Praat alleen over moeilijke dingen bij een respectvol, luisterend oor.’ — Opkrabbelen. Boek is verkrijgbaar in alle boekwinkels.