Lieve Q,
Woensdag was ik bij jou aan het spelen. We lazen een boekje van Muis en Kikker, en je aaide over mijn tatoeage op mijn onderarm. “Tattoo,” zei je, terwijl je in de trippelstoel heen en weer ging. Als je bij me kwam, gaf je een high five en een boks, steeds weer opnieuw. Later zong je een liedje: “Oh oh oh.” Van wie was dat liedje? Van Beyoncé. Je hebt een goede smaak; je hebt zelfs bij chauffeur E van de taxi een eigen playlist!
Het was een mooie maar warme dag, bijna dertig graden. De eerste tropische dag van het jaar. We gingen wandelen, maar je tante kwam niet zo snel vooruit. We aten een ijsje en je zag je schaduw. Je moest erom lachen, want het kindje in de schaduw deed precies hetzelfde als jij.
Onderweg naar huis zag ik dit beeld: windmolens. Je houdt van windmolens. Ook dreven er luchtballonnen in de lucht. Zondag, op je verjaardag, krijg je iets met een ballon. Misschien kun je hem niet snel vinden, misschien ook wel!