Maar Carnaval haal je niet uit de Brabander.

Weet je wat ik wel zou willen zijn? Een bloemetjesgordijn!

In de jaren dat ik in Brabant woonde en werkte liep ik vaak met mijn ziel onder mijn arm. De deken van inhouden, verstoppen, niet zo gek doen en zeker niet zo direct lag steeds zwaarder over mij heen ingestopt. Het knelde en zat strak. Maar zodra Carnaval om de hoek kwam kijken zat ik rechtop en kon dat deken worden afgegooid.

Gisterenavond zag ik de documentaire van Lex d’n Urste. Nao ‘t Zuuje. Het Carnaval in Venlo werd vastgelegd. Ik zag verklede mensen, zingende mensen, hossende mensen. Er werd samen gedanst.
Ik herinner me de dagen dat ik met mijn ouders op stap ging. Ik weet nog de grote zaal in de Korenbeurs. Ik stond bovenop een biljarttafel als klein meisje te dansen. En ik zong en was trots op mijn mooie kleding. Ik was verkleed als ballonnenman, Pipi Langkous en Maja de Bij. Ik was liever elk jaar dansmarieke geweest maar die pakken waren veel te duur.

Het plezier, die saamhorigheid, is me in het bloed gaan zitten. Blijkbaar gaat het er ook niet meer uit. Het had voor mij, jaren later, ook niets met veel drinken of balorigheid te maken. We gingen uit en hosten (kluunden) van kroeg naar kroeg omdat er feest was en iedereen genoot. Ik vierde Carnaval in Zaltbommel, Den Bosch, Uden en Oss. Ik zwaaide naar optochten. Ik ging toen ik klein was naar het Kuikentjesbal. Ik vierde Carnaval op school. Het gevoel van vrijheid en blij zijn was denk ik het fijnste gevoel aan Carnaval. Misschien ook het gevoel dat het mocht. Mensen mochten los, vrij zijn.

Je kunt een Brabander wel uit zijn geboorteplaats halen maar Carnaval haal je niet uit de Brabander.

Opeens voel ik een soort fanatisme opkomen als ik merk dat mijn kleine neefje niet verkleed gaat in een blauwe kiel en een zonnetje geschminkt krijgt op zijn wang. Dat hij de kinderoptocht nu niet meemaakt en geen gekke liedjes luistert. Want hij is een Brabander! Moet de gekke tante uit Den Haag dan even de opvoeding van zijn papa en mama verstoren? Ik zou het bijna doen! Carnaval hoort bij de Brabantse roots, besef ik me. Misschien nu meer dan ooit.

Misschien, als jij ouder bent Q, neemt je tante uit Den Haag je aan de hand en vertel ik over Carnaval. En ja, misschien is dat een beetje knotsgek. Maar da’s soms ook leuk, war!

Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.

Kijk, ik kan dit. Goed hè, van mezelf.

De uitnodiging voor #mijnmoment kwam eigenlijk op een verkeerd moment. Meestal schrijf ik een stukje en weet meteen wat ik moet vertellen. Dit jaar buitelde ik over de vele kleine en grote momenten. Ik weet dat sommige uitgenodigden lichtjes smokkelen maar daar voelde ik me niet goed bij dus ik sloeg de uitnodiging af. Maar het moment van 2017 kwam dus afgelopen weekend. Mijn familie was op bezoek. Er werd gegeten en gedronken en gebabbeld en mijn verjaardag werd nog even gevierd.

Q was er ook. Hij was groter gegroeid, dat zag ik wel. Hij manoeuvreerde zich op zijn rug en buik langs de tafel en stoelen, schoof onderweg de ukelele op de steun bijna om en een plant en zette zich met zijn voeten fel af zodat hij een kwartslag draaide als een tol. Als hij het in zijn bol had draaide hij telkens een kwartslag rond en leek het alsof hij breakdancete. Hij rolde, schoof en bewoog met een snelheid waar je u tegen zei.
Het kind was niet moe te krijgen. Beter gezegd, hij was best wel moe maar hij zei ‘Nee! Nee!’ als we vroegen of hij niet moest slapen. Toen we in de avond zouden gaan eten gaf zijn moeder met een speciale tuitbeker wat water. Dat was onder andere in de weken ervoor geoefend met de specialisten in de St.Maartenschool. Ik zat tegenover hem en moedigde hem aan. Nog een slok. Dat is vier. Nog een slok. Dat is vijf. Na een korte pauze wilde hij nog een slok. En nog een. En we telden misschien wel elf slokken water. Het moment kwam toen hij ons aankeek en een hele brede glimlach op zijn gezicht kreeg. Hij keek naar mama, naar papa, naar oma en naar mij. Kijk, ik kan dit. Goed hè, van mezelf. Heb je het gezien? Ik dronk heel veel slokken water! Ik kan dat, heb je het gezien?

Het is goed af en toe om trots te zijn op wat je hebt gepresteerd. Ik ging dit heel goed onthouden.

Alle brieven aan Q staan hier.

Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.

Ja, dat kan ik.

Ik was weer terug bij het kinderdagverblijf waar ik jaren geleden werkte. Ik zag de kinderen door elkaar heen banjeren. De wat oudere kinderen liepen langs de jongere kinderen. Een verticale groep dus. Het leek zo druk dat ik wist dat als ik later die avond thuis was een schorre keel zou hebben en vermoeid op de bank zou liggen.

Ik hield een kleine jongen vast die zijn onderbroek niet aan had. Ook geen luier. Zijn billen en bovenbenen zaten onder de poep. Een overduidelijk ongelukje. Ik hield hem onder zijn oksels vast en keek om me heen. Dit soort dingen waren onhandig, zeker als je alleen op een groep stond en de rest van de kinderen in de gaten moest houden. Ik wist niet waarom ik alleen was.

En daar stond jij naast me. Ik was totaal niet verbaasd dat jij hier ook rondliep. Ik was ook niet verbaasd dat je stond. Ik keek je even vertwijfeld aan. Ik stond hier met een dilemma. Dit jongetje in zijn blote kont moest nodig gewassen en verschoond worden. De groep was vol. Maar jij keek me vastberaden aan dus ik durfde het erop te wagen. Ik vroeg:

‘Kun jij hulp gaan halen?’

Het was even stil.

‘Kan jij dat?’

Je keek me recht aan. Je knikte.

‘Ja, dat kan ik.’

Maar je zei het niet hardop. Je vertelde het me zonder woorden. Hoe konden wij met elkaar praten als we elkaar alleen maar aankeken?

Ik knikte naar je. Oké dan. Van mij mocht je gaan. En je draaide je waggelend om en liep onvast langs andere drukke kinderen naar de overkant. Ik volgde je met mijn ogen. Ik hield nog steeds het jongetje vast met zijn vieze billen. Er overviel me een gevoel van onmacht. Ik wilde je dolgraag begeleiden, erbij zijn, maar je ging alleen. Aan de andere kant voelde ik een trots gevoel. Je zei dat je het kon en je ging ook alleen. Je durfde het aan.

Q is op 27 november 2017 voor het eerst naar het GoFit Eetteam gegaan in de St.Maartenskliniek. Daar wordt hij begeleid door specialisten in een behandelteam die hem helpen zelf te gaan eten. Zijn papa en mama brengen hem erheen maar hij gaat in het begin alleen met de specialisten aan het werk. Maar dat kan hij. Dat zegt hij zelf.

Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.

Want als jij het kan, lukt het mij ook.

Ik heb een foto van jou in het venster van mijn telefoon. Ik wissel die foto regelmatig want jij groeit en je gezicht verandert. Soms kijk je guitig in de camera. Een andere keer een beetje serieus maar meestal lach je. Een hele brede lach. Er zitten nu ook een heleboel tanden in je mond. Als mensen meer willen weten over je ontwikkeling en opwaartse lijnen dan loop je met je volle bos kastanjebruin haar en je tanden voor. Je hebt af en toe een beetje pijn aan je nieuwe tand. Dan ben je uit je hum. Groeien is lastig en soms pijnlijk maar gelukkig meestal niet. En we zijn allemaal heel erg blij dat je groeit en dat het soms met horten en stoten gaat. Dat is namelijk ‘normaal’ en wij houden van de woorden ‘stabiel’ en ‘normaal’. Het afgelopen jaar was er namelijk best veel ‘niet normaal’ en ‘niet stabiel.’ Maar dat jij groeit, dat is een ontzettend luxe cadeau. Er zijn misschien papa’s en mama’s en andere familie die het groeien van hun kinderen heel bijzonder vinden maar staan ze er verder niet bij stil hoe echt bijzonder dat is. Het is namelijk heel, heel erg bijzonder.

Als ik even mijn dag niet heb, zoals iedereen weleens zijn dag niet heeft, dan kijk ik naar jouw foto en voel ik me meteen weer beter. Want als jij het kan, lukt het mij ook. Ik ga niet brommen en piepen. Ik zal even mokken maar dan gaan mijn schouders recht en kijk ik vooruit. Want als jij dat doet, moet het mij ook lukken.

Als ik bij je op visite ben kan ik alleen maar lachen. Je bent een Pipo, een druif, een ondeugd en een grapjas. Soms een boef en een bokser want als je even aandacht wilt en je zit op schoot dan knal je met je vuist keihard tegen mijn wang. Je weet dat het niet mag, dat er iets van gezegd wordt en dan tast je even af of ik het echt meen. Ja, ik meen het echt.
En dan wil je het volgende spel want je hebt niet veel geduld en je bent veel te actief en beweeglijk om langer op schoot te willen zitten. Je wilt zelf het knopje aandoen van het speelapparaat met muziek en zelf blokken omver schoppen.

En nu rol je door de kamer. Je krijgt meer en meer grip en kracht en begrijpt steeds beter hoe je eigen lijf werkt. En dat vinden wij allemaal reuze bijzonder. Wat is daar nou bijzonder aan, zouden anderen vragen. Het is zo bijzonder omdat we vorig jaar, exact op deze datum, eigenlijk niet meer wisten of dit ooit nog zou gebeuren. Maar daar wil ik ook niet heel erg bij stilstaan vandaag. Ik wil graag kijken naar wat je doet, wat je roept (‘Ja! Ja!’) en wat je kan. En je kunt steeds meer. Je wilt steeds meer. Je hebt energie. Je bent actief. Je rolt en beweegt door de kamer.

Begin volgend jaar ga je naar het eetteam. Ik noem het A team want er gaan mensen, die er veel vanaf weten en gespecialiseerd zijn, je helpen met zelf eten. En daar heb ik het volste vertrouwen in. Nog meer stappen vooruit. Nog meer leren. Nog meer groeien. En je wilt ook zelf doen. Zelf je tuitbeker vasthouden, zelf bepalen. Volgens mij herken ik dat. En het zal vast niet allemaal vanzelf gaan. Je zult af en toe mokken en piepen. Maar als ik mijn schouders eronder zet, lieve Q, lukt jou dat ook. Want je bent een vechter! Een echte Hannibal!

There’s a plan in everything, kid, and I love it when a plan comes together.‘ — Hannibal Smith ~ A Team.

En nu ben je één. Een jaar.

Deze blogpost is gepost om 07:08 am

Lieve Q,

Vorig jaar op deze dag belde je papa mij op. Het was heel vroeg in de ochtend en ik had een paar avonden ervoor nog gezegd: ‘Als er iets is, bel me, al is het ‘s nachts, maakt me niet uit.’

Mama lag al in het ziekenhuis te wachten en had gezegd dat het al aan het rommelen was. Ze bedoelde dat jij in de buik zoveel tuimels en koprollen probeerde te maken dat je er misschien wel uit wilde. Dat je uit de buik van mama gehaald zou worden op een zaterdag, daar had je helemaal geen zin in. Al die toeters en bellen, je wilde het zelf doen. Want je deed voorheen, tijdens het groeien in de buik, ook alles op jouw tijd en tempo. En dus kreeg mama de eerste buikpijnen en belde ze papa op. ‘Doe wel rustig aan, hoor.’
Ze bedoelde in de auto, onderweg naar het ziekenhuis, maar papa dacht dat er wel genoeg tijd was dus hij ging zich op zijn gemak aankleden en inpakken. Toen papa eindelijk in het ziekenhuis was werd jij een half uur later geboren. Om acht minuten over zeven. En je was zo ontzettend klein.

Papa belde mij dus op. Dat er een Jan geboren was. Dat was een grapje van papa want jij heet helemaal geen Jan. ‘Gefeliciteerd! Je bent tante geworden!’ zei vriendlief. En we zaten allebei beduusd op ons bed. De dag ervoor had ik nog cakejes gebakken. Er waren er nog twee over. Beneden in de keuken zocht ik naar kaarsjes terwijl de koffie pruttelde. We vierden thuis dat je geboren was. Twee kaarsjes in twee kleine cakejes. Ik liep de rest van de dag een beetje op een wolk.

De dag ervoor had ik nog cakejes gebakken. Er waren er nog twee over. Beneden in de keuken zocht ik naar kaarsjes terwijl de koffie pruttelde. We vierden thuis dat je geboren was. Twee kaarsjes in twee kleine cakejes.

Je bent sterk. Je bent ook een druktemakertje, gezellig en altijd vrolijk. Je kraait en houdt van muziek. Je bent ook sociaal maar dat kan bijna niet anders; je hebt vanaf je geboorte diverse ziekenhuizen gezien met allerlei artsen, verpleegkundigen en therapeuten om je heen. Er was vooral een voorkeur voor jonge, blonde verpleegsters. Die kregen nog een extra lach en een ondeugende blik. En ze gingen je allemaal missen toen je weer weg ging, lekker naar huis.

En nu ben je één. Een jaar.

Wat is dat een bijzonder moment. Voor jou, voor papa en mama maar ook voor heel veel andere mensen die jou de afgelopen tijd gevolgd en meegeleefd hebben want het was soms erg spannend allemaal.

Wat ben je gegroeid de afgelopen tijd. Niet alleen in lengte maar ook qua kracht. Je kijkt met open blik naar de wereld en geniet met volle teugen. Jouw eerste vakantie op het strand was ook zo genieten en je hebt zoveel plezier met papa en mama.

Een jaar. Wat ben je groot. We leren van jou.

Ik bak vandaag een cakeje en ik zet er een kaarsje in en steek het aan. Er is een traditie geboren vandaag want het leven moet je vieren!
Lieve, stoere Q, van harte gefeliciteerd! Wat ben ik blij dat jij er bent!

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten