Simeon ten Holt heeft een tijd geleden een pianostuk gecomponeerd waarbij men steil achterover valt van emotie. Het stuk lijkt een aaneenschakeling van herhalingen te zijn, lijkt simpel, maar o zo slim en geraffineerd aangepakt.
Doordat het herhalingen zijn neemt het je mee in een soort beweging, alleen is die beweging zoals het leven is; het kabbelt en deint mee op een woelige zee.
Ik besloot het mijn oppaskindje te laten horen, omdat hij een oor heeft voor geluid en muziek. Zo was hij nog erg jong toen hij het geratel van kraaltjes in de spaken van een fiets al ‘siekie’ noemde en staat hij bij elke kledingwinkel voor de geopende deur te bewegen op de maat van de muziek. Geluiden zijn voor hem opvallend en hij staat er dan ook elke keer letterlijk bij stil. Hij pakt dan ook meer dan eens zijn gitaar om wat te pingelen, tussen het spelen door.
Dus zette ik mijn laptop neer en vertelde hem over een muziekstuk wat ik hem graag wilde laten horen. Mijn oppaskindje is ruim 3 jaar en verzot op laptops ‘appel!’ en ging er eens goed voor zitten. ‘Ik ben benieuwd wat je ervan vindt.’ zei ik zonder hem te vertellen wat ik ervan vond. Ik was gewoon erg nieuwsgierig wat hij zou vinden zonder dat ik hem al ging voeren met mijn eigen ideeën erover.
Ik startte het stuk, deel 1. Aandachtig luisterde hij ernaar met een hand tegen zijn wang en kin. Even later zuchtte hij. ‘Siekie niet mooi. Hup Holland Hup!’
Daar ging mijn pedagogisch verantwoorde muziekopvoeding. Ik had ermee rekening moeten houden omdat ik een paar dagen ervoor hem allerlei clips had laten zien over het Nederlands Elftal waarbij ik met vuur in mijn ogen vertelde dat er zeer binnenkort gevoetbald ging worden en aangezien dat ook bij de opvoeding hoort, stak ik niet onder stoelen of banken dat dit wel heel erg belangrijk was.
Misschien op een later moment, wanneer Viva Hollandia, Wij zijn samen en Hup Holland Hup weer is getemperd, doe ik graag een poging twee. Anders rammen we Canto Ostinato erin.
Nee, geintje.