Tag: column

  • Een echte vrouw werkt fulltime.

    Na het lezen van de column van Japke in de NRC over ‘parttime vrouwen, ik begrijp ze niet’ vond ik het achteraf vreemd om, via Twitter, vrouwen te vragen waarom ze wel of niet parttime werken en waarom. Wat wilde Japke nou echt onderzoeken? Haar column leek meer een sneer dan een uitleg. Het zorgde ervoor dat ik in verwarring nogmaals las. Er ontstond meteen een felle, naar mijn idee niet goed beargumenteerde discussie met de eindredactrice van Fab Magazine, notabene een blad dat ik regelmatig las. Hoe haalde ik het in mijn hoofd om de geïndoctrineerde vrouw te verdedigen! ‘De vrouwen in Nederland zijn lui en afhankelijk!’ aldus de eindredactrice van Fab.
    Ik ben een ondernemende vrouw, altijd zelfstandig geweest of ik nu een partner had of niet en ik werkte ooit in de kinderopvang. Naast blogtrainer ben ik ook nog gastouder, met veel liefde en plezier.
    Ik zorg dus voor de kinderen van andere mannen en vrouwen die vaak fulltime werken. Een baan die ik tot voor kort als een gewone baan zag, maar toen ik me laatst bedacht dat een gemiddelde metselaar die stenen huizen bouwt meer uurloon overhoudt dan de gastouder die de verantwoordelijkheid neemt voor andermans kinderen, werd ik even teruggeworpen in mijn normen- en waardenstelsel.

    ‘En wat vraag jij per uur?’ vroeg laatst een moeder die opvang nodig had. ‘Oh, dat is best veel. Dan kijk ik of het buurmeisje wil.’ WTF!!

    Japke d. Bouma: ‘Al die parttime vrouwen in Nederland, ik snap ze gewoon niet’

    Jaren geleden werd een vriendin van mij zwanger. Ze hadden het er wel een beetje thuis over gehad, zelf werkte ze fulltime in de kinderopvang en hij was accountant, hoe ze de verzorging gingen verdelen van de toekomstige kleine. Nadat manlief gecheckt had op zijn werk bleek het niet handig om een dag (of wat) minder te gaan werken. Financiëel was dit niet voordeliger dan als vrouwlief een dag of twee minder zou werken.
    Wat doe je dan, als bijna ouders?

    Ik mag aannemen dat je, als je een ernstige kinderwens hebt, je er heel erg graag voor dat kleintje wil zijn. Een kind is geen huisdier, geen speelgoed en geen accessoire. ‘Kinderen zijn zo schattig!’ is een kreet die ik meteen onderuit wil halen. Ja, kinderen zijn ontzettend lief. Soms. En soms slapen ze ’s nachts niet door, willen ze hun grenzen verleggen en plak je ze op sommige momenten het liefst achter het behang en worden ze bovendien niet vanzelf zindelijk, slopen ze, als je niet uitkijkt, je bedrading, tekenen ze ook op je spierwitte muur en als je echt pech hebt je bank en krijgen ze driftbuien in de supermarkt. Er is niet voor niets een onderzoek geweest waaruit bleek dat geluk niet persé voortkwam doordat je het ouderschap omarmt. Opvoeden op een pedagogisch verantwoorde manier gaat niet vanzelf. Ik ben soms verbaasd dat menig ouder niet weet dat je bij een kind van twee geen Heimlichgreep doet (Wat?) als ie dreigt te stikken en wat krentenbaard is. Ouder zijn, is kei hard werken. Niet even, altijd. Altijd!

    Ik kan me voorstellen dat vrouwen die gestudeerd hebben en jarenlang geïnvesteerd hebben in een eigen bedrijf, vakgebied of werkterrein niet zomaar alles aan de kant willen schuiven voor het ouderschap. Bovendien ben je niet alleen maar moeder maar ook nog ‘mens’. En ja, dat geldt ook voor mannen. En ja, mannen kunnen net zo goed opvoeden als vrouwen. Ze doen het vaak nét even ietsje anders, maar als je als vrouw even een stapje terug doet en de controle uit handen geeft, komt alles op z’n pootjes terecht. Wat ik meekreeg in de gesprekken tijdens mijn voorgaande werk in de kinderopvang was dat de vrouwen ook zelf dachten dat zij het beter konden. Er werd zelfs was, die de man netjes had opgevouwen, weer opnieuw opgevouwen en in de kast gelegd. Vrouwen weten het nu eenmaal, als puntje bij paaltje komt, altijd beter. Kijk maar naar die Jumbo reclame waar de man als een idiote loser genaaid wordt waar hij bij staat.

    Snap ik parttime werkende vrouwen? Ja. Niet omdat ze ervoor kiezen hun werk te delen met ouderschap, waarvoor ik ze eigenlijk zelfs zeer complimenteer. Op menig borrel kijkt men je een beetje schaapachtig aan als je ‘fulltime moeder’ beweert te zijn. Kán toch niet in deze tijd! Ik neem mijn pet voor deze moekes af. No offense.
    Ik snap de ellende van constant in een spagaat liggen. Mannen die worden gebeld op hun werk kunnen gewoon niet weg, moeders stikken in hun schuldgevoel en trekken zich uit de spagaat omhoog om hun kroost op te halen.
    Er zijn te weinig kinderopvangcentra die helemaal aansluiten op de werktijden van ouders, er zijn te weinig kinderopvangcentra die in een bedrijf aanwezig zijn en er zijn in Nederland te weinig flexibele werktijden om werk en kinderen te combineren. Maar, werken we ook niet allemaal heel erg veel en komt er steeds meer werk bij? Moet een kind nou echt de hele dag naar school en dan ook nog naar de NSO en dan ook nog daar eten en dan televisie kijken en dan doodmoe naar bed?

    De column in de NRC moest ik wel drie, vier keer lezen. Wat bedoelde ze nu eigenlijk? Ik zag de titel. Parttime vrouwen. Hahaha, grapjas! Dat is precies wat ik verkondigde in een verontwaardigde tweet.

    ‘Blijkbaar ben je een echte vrouw als je 100% werkt.’

    Mannen verdienen nu eenmaal nog steeds meer voor hetzelfde werk dat zij doen als vrouwen. Zolang dat blijft bestaan hou je dit soort gesprekken thuis tussen twee toekomstige ouders die beiden willen blijven werken en willen zorgen. Je kunt niet een beetje werken maar je kunt dan ook niet een beetje zorgen. Ergens zul je iemand moeten hebben die de zorg overneemt want een kind verzorgt zichzelf nu eenmaal niet. En dan maak ik het cirkeltje met deze blogpost meteen rond:

    Wees blij met die trouwe gastouder of oppas die voor een paar euro per uur op jouw grootste geschenk past. (WTF!!) Ze brengen je kinderen naar school, halen ze van de NSO en sjezen door weer en wind naar clubs en feestjes en zijn niet te beroerd om te koken, tijdens ziekte toch maar die ene zetpil in hun poepert te duwen omdat ie op het kinderdagverblijf uitgewerkt was en de leidster alsnog naar je belde dat je kind met koorts naar huis moest!

    Sta even stil bij het feit dat er talloze gastouders en oppassers zijn die jouw oudertaak op zich nemen, met liefde en aandacht, en de eerste stapjes zien, losse tanden eruit halen en troosten omdat papa of mama ‘ietsje later’ thuis komt.

    Wat ik ellendig vind aan deze hele toestand is dat vrouwen vrouwen afvallen. Er is geen goed en fout. De ene vrouw kiest ervoor om fulltime te blijven werken en wil haar ambities nastreven en de andere vrouw kiest ervoor om naast haar werk, dat zij leuk en belangrijk vindt, voor haar kinderen te zorgen.
    Iedereen kiest zijn eigen geluk, werken is niet alles en als je op je sterfbed twijfelt of je het allemaal hebt goed gedaan, herinner jezelf er dan even aan of je toch iets meer had moeten werken of toch meer wilde genieten van je tijd met je dierbaren; bijvoorbeeld je kinderen.

    En ja, natuurlijk, dat geldt óók voor mannen!

    (Deze blogpost bevat 1224 woorden.)

  • Pas op: ik onderneem. En heb ook een tatoeage!

    “Met een tattoo zet je jezelf buiten spel, vindt Renée Braams.”

    Lees hier waarom ik lak had aan het idee dat een persoon die onderneemt geen tatoeage zou moeten nemen omdat het haar geen werk zou kunnen opleveren.

    ‘Een tatoeage geeft aan mij de boodschap: ik heb lak aan alles en iedereen’

    Het duurde lang, de weg naar de tatoeagewinkel. Met enorme zorgvuldigheid en nadenken zette ik een aantal jaren geleden dan eindelijk de tatoeage waar ik nooit, nooit spijt van zou krijgen. Het zou mijn kompas worden, mijn wegwijzer, mijn houvast, mijn gevoel van bestaan en zoveel meer dan wat ik hier beschrijf.
    Geen ‘what the fuck‘ tatoeage, geen ‘doe mij die maar’. Misschien dacht ik er al tien jaar over na. Voor een soms impulsieve en ongeduldige tante was ik hier erg geduldig en zorgvuldig mee en wist ik ook pas na zoveel jaren wat ik wilde, hoe ik het wilde en waar ik het wilde. Weloverwogen, goed doordacht en met trots en volle overtuiging. [zie deze foto.]

    Mijn tatoeage zegt niets, niets over mijn achtergrond, intelligentie, waarden en normen. Bovendien is het naar mijn mening totaal geen zelfverminking, zoals mevrouw Braams dit noemt. En eigenlijk geeft mevrouw Braams het zelf al aan, ze las eerst een interessante column van Henk van Straten, niet wetende dat hij tatoeages had. Ze vond zijn schrijven goed, knipte de columns zelfs uit en stopte ze in een knipselmap. Pas nadat ze erachter kwam, bij toeval, dat meneer van Straten tatoeages had tot in zijn hals (!) besloot zij zijn columns niet meer te lezen.
    Zij had lak aan hoezeer zij, onbevooroordeeld, werk las van een columnist en weloverwogen de keus maakte dit werk opzij te leggen.

    ‘Ik ben bang dat de tweedeling tussen degenen die kunnen bereiken wat ze willen en degenen die afhaken, steeds groter wordt.’

    Mevrouw Braams, er zijn heel veel mensen die lak hebben aan alles en iedereen. Ze zitten naast je in de trein, bus en tram, staan naast je in de file, zelfs de cassiere bij de Albert Heijn zou best eens lak aan van alles kunnen hebben terwijl zij geen enkele tatoeage op haar lichaam draagt. De tatoeage zegt namelijk niets over iemands intentie om contacten te leggen, mee te voelen en hard te werken. De tatoeage is wat u bang maakt. Waar bent u bang voor, mevrouw Braams?

    Vijf jaar geleden besloot ik voor mezelf te beginnen. Dat is hard werken geblazen, mevrouw Braams. Ik denk zelfs dat ik soms ietsje harder werk om in mijn behoeften te voorzien dan iemand die een vaste baan heeft. Mijn pensioen, vakantiegeld en werkuren regel ik namelijk zelf. De opdrachtgevers kiezen mij uit op kwaliteiten, potentie en werkervaring en soms de gunfactor. En dat lukte zonder tatoeage, en vanaf 2011 zelfs met. Logisch ook, natuurlijk, want mijn opdrachtgevers oordelen niet op wat er eventueel op mijn arm staat.

    Lees hier de reacties van andere mensen met een tatoeage.

  • Maak jij hier de dienst uit?

    Vrij Nederland.
     

    Je raakt weleens in gesprek met mensen. Ook met kleine mensen. Kinderen van, pak ‘m beet, twee en vier jaar oud. En oudere mensen. En dan praat je over de oorlog, briefpapier en de autoloze zondag.

    Dingen met vroeger vergelijken. Zelfs ik betrap me er zo nu en dan op. Maar veel kun je niet vergelijken. Je kunt er wel een mening over hebben en dat vind ik prima, alleen zou ik het prettiger vinden dat die ongezouten mening van een oudere persoon gericht is op de gelijkwaardige volwassene en niet gericht is op een onschuldig kind. Dat kind zou maar eens een trauma ontwikkelen voor oude dames met kromme neuzen en lelijke karretjes waar nog lelijkere handtasjes in liggen.

    Op een zonnige doordeweekse dag nam ik de wandelwagen mee naar buiten en liep met twee oppaskinderen door het centrum van Delft. De jongste zou al snel moe worden van het geslenter en de benenwagen inwisselen voor de wandelwagen.
    We stonden net bij een legowinkel waar volwassen medewerkers een waar kunstwerk gemaakt hadden van mini gekleurde blokjes; een treinstation compleet met rijdende trein, weliswaar reed hij achterstevoren, maar dat mocht de kinderpret niet drukken, toen ik hardop bedacht dat het best weleens gezellig was buiten in de tuin te eten. Ik vroeg dit aan de oppaskinderen. Maar zij waren te druk met zich druk maken over die trein die achterstevoren reed.

    ‘Trein rijdt niet goed!’

    Toen ik hen eindelijk zo ver had om door te lopen vroeg ik nogmaals aan de kinderen wat ze wilden: binnen eten of buiten eten. Ik had niet gezien dat er inmiddels een oudere dame naast ons liep. Een beetje stuntelig, hangend over een rollator, stiefelde ze langs ons heen.

    ‘Wat zullen we doen? Zullen we binnen of buiten eten?’
    Mijn oppaskind droeg trots een oranje voetbal die hij even ervoor uitgezocht had en zelf betaald had aan de kassa.
    ‘Eh…binnen eten!’ besliste hij.
    De oude vrouw draaide zich naar mijn oppaskindje toe en leunde gevaarlijk voorover.

    ‘Zo, maak jij hier de dienst uit? Ga jij even zeggen dat je binnen gaat eten? En beslis jij dat even? Vroeger hadden kinderen helemaal niets te vertellen!’

    Mijn oppaskindje schrok. Deze oude taart leek wel een heks, zo weggelopen uit een Hans en Grietje sprookje. Hij bekeek mij, ik bekeek de oude taart en siste als ze commentaar had op de opvoedersrol ze dat tegen de opvoeder moest ventileren. Niet tegen het kind.
    ‘Mevrouw beetje boos.’ hakkelde mijn oppaskindje terwijl hij doorliep.
    ‘Mevrouw is een beetje aangebrand, zo heet dat. Aangebrand.’

    Mopperpot.
    Oude zeur.
    Zeikwijf.
    Takketrien.

    [Ingezonden naar lezersoproep Vrij Nederland over Mijn Generatiekloof.]

  • Partij Eerlijk.

    Partij Eerlijk. Een Utopie. Ik weet het. Als je een stempel wilt drukken in de politiek moet je er eigenlijk ver naast gaan zitten. Occupy had een gatenkazenverhaal. Hoe zou je vanaf de zijlijn toch raak kunnen schieten? Het is een grote vraag met een onbeantwoord verlangen. En het houdt mij bezig.

    Het Kabinet is dan toch gevallen. Eigenlijk best een giller. Het zat eraan te komen, we hoopten er stiekem op, maar dat het dan uiteindelijk door een driftkikkertje, stampend met zijn voet op de grond, finaal de grond is in geboord, hadden we niet verwacht. Of toch wel?

    Misschien is het eerste gevoel een maatschappelijk betrokken gevoel en stap je daardoor met hart en ziel en je hele zaligheid de politiek in. Zit je er eenmaal dein je mee op de hoge golven van de grootspraak en de macht en verzet je je pionnetje wanneer je een dobbelsteen gegooid hebt.
    Toen het Kabinet gevallen was, vertelde meneer Buma, dacht hij ineens: ‘Ik heb geen pak!’ Hij belde zijn zoon en dirigeerde hem door de kledingkast om dan toch zo snel mogelijk een pak te regelen, want wij gewone burgers willen een betrouwbaar persoon die ons via de tv uitlegt dat het helaas zo gelopen is, en dan wel in pak!

    En Wilders? Die heeft elke dag een andere kleur stropdas.

  • Heimwee.

    Ik wil eigenlijk heel graag kijken naar alle Carnavallende mensen, want ik heb heimwee. Kroegentochten, geflirt wanneer je het amper doorhad en geflirt wanneer je het heel erg door had en hossen op lullige nummers en de DJ die drie keer dezelfde plaat draaide en wat kon het ons allen schelen. De condensdruppels langs de ruiten, teveel mensen op een plek en dat eeuwige gefuif op de meest idiote liedjes hangend in elkaars armen want iedereen was elkaars vriend en met een slok op, ik dronk zelf zelden, was je een trouwpartner voor het leven. ‘Ik hou van je!’ riep de lallende bal naast je en kuste je op de mond en morgen was ie je vergeten.

    Ik wil dolgraag mijn legergroene minirok aandoen met netkousen en legerkisten en de G.I K uithangen die ik nooit zal zijn. Ik wil mijn nametag laten schijnen en diverse telefoonnummers meenemen terwijl ik die gasten nooit zal bellen. Ik wil mijn ogen sluiten terwijl iedereen om me heen danst en ik wil keihard meezingen zodat ik morgen zo schor als een kip ‘goeiemiddag’ zeg tegen logerende gasten op half opgepompte luchtbedden.

    Feestvierend Brabant. Men danst op de bar en liters bier wordt over gouden kostuums gemorst die een dag later stinkend in de badkamer op een hoopje liggen. Het is weergaloos prachtig. Dat Carnaval. …

    [Deze blog stond ook op Hofstijl.]

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten