‘Three Rules of Work: Out of clutter find simplicity; From discord find harmony; In the middle of difficulty lies opportunity.’ — Albert Einstein.
Afgelopen vrijdag in de auto vroeg P. hoeveel banen ik heb gehad. ‘Tellen de vakantiebanen dan ook?’ vroeg ik haar. Ik begon namelijk bij de V&D maar hield het daar maar een dag of twee vol. Uren werken zonder pauze ging me te ver. Ik viel bijna van m’n stokje af. Daarna werkte ik nog in de avonduren in een sjiek hotel als afwashulp. Ik hield het niet echt vol om na mijn schooluren en huiswerk ook nog een paar avonden in de week tot elf uur borden te wassen. Ik werkte daar een paar maanden en ging uiteindelijk weg omdat ik steeds achter mijn salaris aan moest. Het werd te laat uitbetaald of helemaal niet. Toch heb ik er veel van geleerd. Vooral hoe je voor jezelf moet opkomen, zeker als je een baas boven je hebt die meent dat hij of zij de oppergod is en men moet luisteren naar alles wat hij/zij zegt. En dat gros van de werknemers precies doen wat er verteld wordt zonder na te denken of er tegenin te gaan. De weg die ik heb gevolgd is er eentje van hobbels. Tegen muren op lopen, verzet, beleidskwesties en doen wat er verteld wordt ook al voelt het diep in je hart als verraad of gewoonweg ontzettend verkeerd.
In het bedrijfsleven ben je soms geen mens met een naam maar een pionnetje. Als er in het ene bedrijf een rotte appel zit en die rotte appel moet bijgetraind worden dan kan management redeneren vanuit bedrijfsoogpunt dat er gewisseld moet worden. Probleem opgelost, alleen hou je ontevreden werknemers over. En die ontevreden werknemers moeten vooral door de zure appel heen bijten en niet zeuren maar werken.
Als ik destijds meer keuzes gehad zou hebben was ik waarschijnlijk eerder de kant van de reclame op gegaan. Of me dat meer geluk gebracht zou hebben betwijfel ik, ik had immers de kinderen om me heen. Toch, als ik terugkijk op mijn beroepskeuze, welke weg ik bewandeld heb en waar ik nu uiteindelijk sta, is het cirkeltje wel rond.
Ik heb geleerd om altijd te luisteren naar gevoel en te handelen naar gevoel ook al betekent dat ruzie, verwijt en opstand. Vele malen zat ik in directiekamertjes omdat ik ongeveer de enige was die vervelend deed of een afwijkende mening had. De andere collega’s hadden diezelfde mening ook, alleen hielden zij hun mond. Het gaf me veel kopzorgen, en zelfs werkzorgen, maar uiteindelijk heb ik altijd gezegd wat me dwars zat.
Uiteindelijk ben ik ervan overtuigd dat niet iedereen geboren is werknemer te zijn. Dat eigenwijze trekje waar werkgevers een negatieve klank aan geven is uiteindelijk omgebogen tot iets positiefs, namelijk op eigen wijze je weg volgen en doen wat goed voelt. Kiezen wat goed voelt.
Ik heb 10 banen gehad. Mijn zelfstandig ondernemerschap niet meegerekend.