Vandaag las ik ergens online dat Conny Mus is overleden. Zo’n bekend figuur die met je meegroeide terwijl je ouder en wijzer werd. Zo’n man die net als Ria Bremer of Hans van der Togt je jeugd meegaan, alsof zij erbij horen. Een hartaanval dus. Een aanval op het hart. …
Wij hebben een scheurkalender hangen op het toilet met vele wijze, interessante en mooie spreuken. Ik was al een paar dagen vergeten de kalender af te scheuren totdat ik zo even geleden de datum aanpaste.
‘Wanneer heb je voor het laatst je hart bedankt dat het elke dag voor je klopt en je in leven houdt.’
Een beetje wrang op het eerste oog misschien gezien het eerdere nieuws. Bij langer nadenken vind ik het een hele mooie spreuk. We denken te vaak dat dingen vanzelfsprekend zijn. ’s Morgens staan we op, verslepen onszelf naar banen, scholen of naar de keuken om koffie te zetten. We praten, vinden, discussieren, ontmoeten en houden van de hele dag door. Het gaat in de vierde versnelling en soms trappen we even op de rem, maar staan we echt even stil bij het kloppen van ons hart? Dat we leven? Dat we kunnen zien en horen, proeven en ruiken? Dat we lieve mensen om ons heen hebben en keuzes kunnen maken? Dat we kunnen lachen om een grap en kunnen huilen van verdriet omdat we voelen?
‘We zouden vaker nu, op dit moment, dankbaar moeten zijn voorde vitale functies die ons dag in dag uit stilletjes en op de achtergrond van dienst zijn zonder ooit iets terug te vragen.’ — Sioux medicijnman.
Ik verwijs je nogmaals naar Hart op Straat.