Het verschil tussen dippen, erover vertellen en dippen en je hele hebben en houwen over iemand heen storten waardoor de ander de ‘last van de zwaarte’ overneemt.
Wanneer is verdriet en ellende delen prima en wanneer stop je? Wanneer is het verdriet delen zodat je verder kunt en verdriet delen om te delen zonder dat er een einde aan komt?
Klagen is prima. Verdriet delen is prima. Erover praten, verschillende hoeken belichten en proberen oplossingen te bedenken is ook prima. Toch zijn er momenten waarbij ik niet de ellende en het verdriet van de ander erbij kan hebben. Omdat wat ik zeg, doe, vind en voel niet belangrijk is. De ander deelt, zucht, klaagt en huilt maar het levert uiteindelijk, naar mijn gevoel, niets op. Functioneel ellende delen lijkt niet te bestaan.
Misschien zijn er mensen die verdriet en ellende delen omdat ze telkens de ellende willen voelen en niet willen oplossen. Want willen oplossen betekent vooruitgang en vooruitgang betekent verandering. Veranderingen zijn vaag en oncontroleerbaar en dus willen ze er niet aan. Er zit een soort veiligheid in dat verdriet en er zit een bekend gevoel vast aan die ellende. Dus zeulen zij die last met zich mee, voelen zich beroerd maar blijven stilstaan.
In mijn boek Opkrabbelen vertel ik meer over elkaar helpen en wanneer je teveel energie weggeeft en zelf leeg achterblijft. Gijs zegt in het boek dat het vergelijkbaar is met leren fietsen:
‘Leren fietsen is ook in drie regels uit te leggen: spring op het zadel, kijk recht vooruit, stap op de pedalen en beweeg. Ontdek dat je kunt sturen en nieuwe richtingen op kunt gaan. Alleen, fietsen gaat met vallen en opstaan.’
Het zorgt voor strubbelingen in mij. Ik ben een doener. Ik wil door de beerput heen. Ik wil veranderen. Ik wil niet hangen in de ellende en het verdriet. Ik wil vooruit, ik ben een boogschutter. Ik wil schoppen, duwen en schreeuwen: Onderneem wat! Zoek! Maar niet in alle gevallen blijkt dat te werken. En wat doe ik dan?
Vroeger was ik de moederkloek en omarmde ik iedereen die ellendeverhalen had. Ik luisterde, probeerde oplossingen aan te dragen omdat ze erom vroegen en nam ze zelfs mee aan de hand om tot volgende stappen te komen. Vaak raakte ik er zelf mijn energie door kwijt. De ander helpen is prima, maar zodra je zelf daardoor niet meer vooruit kunt, en je moe bent, houdt het op. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen bestaan en eigen geluk en voortgang. Natuurlijk zijn we er om elkaar te helpen. Maar degene zal zelf stappen moeten zetten. Ik kan die stappen niet voor hen maken. Je moet er zelf voor kiezen, zelf proberen en zelf ervaren.
Op het moment dat je voelt dat je heel moe van een gesprek naar huis gaat, heeft het je zelf teveel energie gekost. Soms mag je ook best iemand zeggen dat je nu niet kunt luisteren. Een andere keer weer wel, als jij je weer beter voelt. De balans tussen helpen waar je helpen kunt en loslaten zodat iemand zelf zijn of haar weg kan volgen is wat je continu zult afwegen.