Foto gemaakt door manaralrawahi
‘Ik had een vijf voor topo.’ Dat was nog niet eerder gebeurd. Überhaupt een onvoldoende was nog niet eerder gebeurd. Ze wist precies waarom het zo gegaan was en waarom die vijf een vijf was. Oké, dan kun je daar de volgende keer mee verder. No big deal.
Tell me and I forget. Teach me and I remember. Involve me and I learn. — Benjamin Franklin.
‘Het moest altijd beter. Het moest altijd het beste. Of ik nu meekon of niet. Het deed er niet toe of ik mijn best had gedaan. Het was belangrijker dat ik hoge cijfers haalde en dat het op een rapport of toets te zien was. De trots van mijn ouders zat ‘m in het hoogst haalbare cijfer. Alles wat minder was, was niet goed genoeg.’
Pas geleden sprak ik iemand die nu nog last had van de hoge eisen die hij aan zichzelf stelde. Hoge eisen en verwachtingen die hij niet kon waarmaken en stiekem misschien ook niet wilde waarmaken maar zijn ouders vroegen er (nog steeds) telkens naar.
Niet goed genoeg. Dat vertel je jezelf al snel, dan hoef je de mening van je ouders niet nog eens te horen.
Jouw mening telt zwaar, maar de mening van je ouders telt onnoemlijk zwaar.
Vroeger kwam ik vaak thuis met een vijf. Of vier. Of nog erger. Ik had de grootst mogelijke moeite wiskunde te snappen en stelde teveel vragen. Het was te abstract en ik begreep het niet. Maar ik zat elke middag en avond te leren en werd telkens overhoord door een van mijn ouders. Meestal mijn moeder want mijn vader was te ongeduldig en raakte vaak enorm gefrustreerd. Maar toch kwam ik thuis met een vier. Of een drie. Of erger. Gelukkig kreeg ik thuis in ieder geval niet het gevoel dat de wereld verging.