We liepen in de zon buiten. Vanaf de overkant liep een lange man met sigaret in zijn ene hand onze kant op en stapte de stoep op vlak voor ons. We liepen achter hem aan. Hij nam nog een trek van zijn sigaret.
‘Gadverdamme, ik ruik rook!’ mopperde oppaskind.
Ik besloot er maar gewoon op in te gaan.
‘Je ruikt ook rook.’ beaamde ik.
‘Weet je dat je daar kanker van krijgt?’ vroeg hij.
Even keek ik voor me of die man zijn pas niet inhield. Misschien zou hij ineens kunnen besluiten er wat van te zeggen.
‘Oh ja?’ vroeg ik maar.
‘Ja, als je veel sigaretten rookt krijg je er kanker van.’
De man stak over. Wij ook.
‘Het ruikt heel vies.’ zei hij en trok zijn neus op.
Ik verloor al mijn gêne.
‘Ja, ik vind het ook niks. Het gaat in je jas zitten, je kleren, je haar!’
We trokken beiden onze neuzen op.
‘Gadverdamme!’ riep oppaskind nog maar eens, om het probleem nogmaals te verduidelijken.
Tag: kanker
Het kleine hok had alleen een houten stoel en een hanger aan de muur waar ik m’n kleding op kon hangen als ik dat wilde. Aangezien alleen mijn bovenkleding uit moest zat ik te rillen in m’n halve nakie op een koude houten stoel.
Er werd kort geklopt op de deur en de deur werd vervolgens met een ruk opengemaakt. ‘Kom maar mee.’
De ruimte was fel verlicht en er stond een enorm apparaat in het midden. Ik zag een verpleegster rondlopen en iemand anders zat achter het glas. ‘Leg je rechterarm maar hier, nee, er bovenop.’ Ik zag mijn eigen tiet op een plaat liggen, voor zover dat mogelijk was. Zoveel was er niet om als een stuk vlees op een doorzichtige plaat te leggen. ‘Ik draai nu wat aan.’ Er gleed een doorzichtige plaat van boven naar beneden. Het kneep steeds meer mijn borst plat. Het aanduwen werd erger en erger. Het deed pijn. Het deed niet alleen fysiek pijn, maar ik voelde me vernederd. Het was verschrikkelijk.Er liepen warme tranen op mijn huid. Ze hadden wat ze nodig hadden. De foto’s waren genomen. Het was klaar voor dat moment. ‘Kleed je nog maar niet meteen aan, soms moet de foto opnieuw.’
‘Karin, ze hebben een nieuw apparaat nu hè?’ vertelde mijn moeder vandaag. Ze had vanochtend een controle. De eerste mammografie na de kanker. Er was nog een borst om te checken. De andere zou nooit meer tussen twee platen passen. Daar zit nu een groot litteken. Maar schoon is nog steeds schoon.
Als een vrouw de hele dag met een licht irriterende buikpijn rondloopt gaan er weleens wat dingen mis. Dan moest de vrouw bijvoorbeeld aan haar oppaskindje vertellen dat als iets mislukte en je ‘verdomme’ zei dat niet erg netjes was. Ze kon in dit geval nog opgelucht ademhalen; verdomme zei ze nooit in kind’s bijzijn. En het was nog niet mis toen de vrouw ‘s middags twijfelend bij een boekwinkel naar een hardcover keek met de titel ‘Het Evenwicht’.
Een boek lees je meestal omdat je een romantisch verhaal zo leuk vindt of een verhaal erg spannend. Meestal hou je van luchtig, humorvol, snel. Daarom twijfelde ik toen ik in de boekwinkel stond met een zeurende buikpijn. Lezen over doodgaan, kanker en pijnen is meestal niet het eerste waar je aan denkt als je een boek wilt kopen. Ik had meerdere malen met het boek in mijn handen gestaan, maar het telkens weer weggelegd. Misschien toch eerst maar dat tweede boek lezen van Herman Koch. Ook wel over een arts, maar dan eentje die gekke dingen ging doen. Leuk, spannend en snel.
Ik had zeer weinig tijd om die ene trein te halen. Mijn rug was warm, mijn benen moe en mijn buik speelde op. Ik zakte neer op een trappetje en haalde het boek uit het donkerblauwe tasje. De eerste regels werden tientallen regels. Bij station Laan van NOI uitgestapt opende ik het boek weer om in een middelmatig zonnetje verder te lezen. Martin Bril was immer angstig, nadat hij genezen verklaard was van darmkanker. Immer angstig dat het ooit, ergens, ergens in zijn lijf, weer zou terugkeren.
Er kwam een trein aan. Ik was te ver doorgelopen om het bord te zien. Ik zag vaag iets van Hoorn en er hadden bellen moeten rinkelen, maar ze rinkelden niet. Ik stapte in terwijl ik woorden las. Martin vertelde dat zijn ziekte zijn identiteit had ontwricht en mijn telefoon ging. Terwijl ik praatte met mijn broer zag ik de trein een afslag nemen. ‘Shit, ik zit in de verkeerde trein.’
De trein zoefde naar Leiden Centraal en ik foeterde en belde strontsjaggerijnig mijn vriend. Als ik gefrustreerd ben, kwaad op mezelf ben en bovendien een irriterend zeurende buikpijn heb zie ik reistijden niet meer met mijn volste verstand. ‘Neeheeej, die trein rijdt niet naar Mariahoeve! Dat zei ik toch net!’ … “Oh, juist. Ja. Ik zie je rond acht uur.’Ik las op een winderig perron, wachtende op de trein die me terug zou brengen, dat Martin zich zorgen maakte. Dat zolang hij in de auto samen met zijn angst een muziekje kon opzetten het allemaal best te verdragen was. Dat angst vaag is en pijn doet. De trein kwam en ik ging zitten en las verder in mijn boek. Naast me zat een jongeman met erg verwijfd uiterlijk zijn vriendje te bellen. ‘Perfecto. Doei. Ciao!’ En hing weer op. Een conducteur met enorme dikke buik stond ineens naast me. Of hij mijn kaartje mocht zien.
‘U heeft een retour Mariahoeve Delft.’
‘Dat klopt.’
‘U zit nu in de trein naar Mariahoeve en bent ingestapt in ..Leiden?’
‘Dat klopt.’
‘U had eigenlijk een enkeltje moeten kopen, he?’Je moet een vrouw, die in de verkeerde trein gestapt is en bovendien de hele dag rondloopt met een licht irriterende en zeurende buikpijn, nooit jennen.
Ik kreeg vuurrode wangen, ik weet het zeker, en brieste in een adem dat als ik lange blonde haren gehad had en bovendien een voorgevel waar je u tegen zegt we deze conversatie niet hadden. En dat ik deze idiote vragen en constateringen niet waarderen kon. Dat hij de boom in kon. Verdomme!‘Wat wil je graag hebben voor je verjaardag?’ een welbekende vraag die mensen stellen. Meestal haal ik mijn schouders op, ik heb al zoveel. Ik gaf dit jaar wel een lijstje door maar dat waren dezelfde dingen als misschien vorig jaar en het jaar ervoor. Geef me een boek, kaarsen, een bosje bloemen of andersoortige bon en ik ben tevreden. Toch vroeg ik dit jaar ook zelfgemaakte dingen.
Dat mijn moeder vanavond op visite komt, herstellende van borstkanker, dat is een groot cadeau. Dat we vanmiddag P. ophalen van school en meenemen naar huis is een groot cadeau. Dat we met mijn familie thuis aan de grote tafel zullen eten is een groot cadeau.
En dan ga ik nu even stevig aan de koffie en cheesecake.
Zo meteen neem ik weer de trein naar het zuiden des lands. Ik heb, na afgelopen donderdag, een licht trauma opgelopen en reis via Breda in plaats van Utrecht. Gelukkig schijnt de zon volop en zal het een lekker winters temperatuurtje zijn zodat ik mijn moeder nog een handje kan helpen met de boodschappen en ondertussen aan stevige afleiding doe.
Vroeger als ik een proefwerk of examen gedaan had en ik voelde me na afloop vrij rustig en relaxt bleek het cijfer dat ik kreeg ver beneden peil. Als ik me tot aan het moment van uitdelen vreselijk zenuwachtig voelde omdat ik dacht het ontzettend slecht gemaakt te hebben was het cijfer bovengemiddeld. Ik kon er dus nooit een peil op trekken.
Ik heb erg het idee dat de wereld een trucje met me uithaalt. Ik voel me namelijk vrij kalm en rustig maar morgen krijgt mijn moeder een uitslag die wel of niet goed zal uitvallen. Moet ik me dan nu zorgen maken, vraag ik me in alle ernst af. …